Home
Grondligging en Omkeringen
Trappen
Cadensen
Tussendominanten
Harmonische versieringstonen
De Koraalzetting

Harmonische versieringstonen

Harmonische versieringstonen zijn dissonanten die meestal vervolgens weer oplossen en zo de akkoorden "versieren". Al de hierna vermelde harmonische versieringstonen zijn ook melodische versieringstonen. Maar alleen als ze dissonant zijn mogen we deze melodische versieringstonen ook harmonische versieringstonen noemen.
We kennen de volgende manieren van versieren:

Wisseltonen

Dit zijn dissonante tonen, meestal op een relatief lichte tel, die oplossen, meestal door middel van een secundebeweging naar een zware tel, waarbij de wisseltoon een "zig-zag-beweging" maakt tussen de eerste hoofdtoon en de tweede hoofdtoon. Duikt de wisseltoon met een sprong een secunde onder of boven de tweede hoofdtoon, dan spreken we van een inspringende wisseltoon. De directe wisseltoon omspeelt een hoofdtoon met een secunde.

Doorgangstonen

Idem als wisseltonen, maar nu niet met een zigzagbeweging, maar d.m.v. een lijn. De doorgangstoon vormt zo een verbinding tussen twee tonen, die minimaal een grote secunde van elkaar verwijderd zijn. Is er een sprong, groter dan een secunde van eerste hoofdtoon naar de doorgangstoon, dan spreken we van inspringende doorgangstoon.

Voorhoudingen of vertragingen

Dit zijn dissonanten op zware tellen die d.m.v. een secundebeweging oplossen naar de lichte tel. Deze versieringstonen vallen meestal sterk op, doordat ze op de zware tel staan. Zijn er meer voorhoudingen, zodanig dat er een compleet nieuw akkoord ontstaat, dan spreken we van een voorhoudingsakkoord. Voorhoudingen kunnen altijd stijgend of dalend, laddereigen of chromatisch zijn. Voorhoudingen zijn altijd dissonant, in tegenstelling tot alle andere versieringstonen.

Anticipaties

Dit zijn dissonanten, meestal op een lichte tel, die blijven liggen, terwijl het akkoord verandert. Dat heeft tot gevolg dat de toon die eerst nog dissoneerde nu consoneert. Eigenlijk is het dus zo dat een van de akkoordtonen van het tweede akkoord te vroeg komt, waardoor deze dissoneert in het eerste akkoord.
Opvallend verschil tussen voorhoudingen en anticipaties: Bij anticipaties zien we altijd twee akkoorden met een ander akkoordsymbool na elkaar. De bas beweegt vrijwel altijd. Bij een voorhouding zien we in wezen twee keer achter elkaar hetzelfde akkoord. De bas blijft bijna altijd liggen (Voorhoudingen zitten namelijk slechts zelden in de bas).

In het voorbeeld hiervoor zie je een stukje vijfmaal. De eerste keer in de onversierde vierstemmige versie. In versie 2 t.m.5 wordt in een vierstemmige zetting de sopraan 4 maal versierd: eerst d.m.v. wisselnoten, dan doorgangsnoten, dan door voorhoudingen (ander woord: vertragingen) en tot slotte door anticipaties. De versieringen zijn consequent uitgevoerd. In niet alle gevallen is de "versierende" toon een dissonant. Ga voor jezelf na waar de melodische versieringsnoten dissonant zijn, en daardoor ook harmonische versieringsnoot genoemd mogen worden.

Voorhoudingsnoten en voorhoudingsakkoorden

Hieronder zie je nog enkele voorbeelden van zowel voorhoudingsnoten als voorhoudingsakkoorden: Bij voorhoudingsakkoorden zijn er meer voorhoudingsnoten, zodanig dat er feitelijk boven de bas een compleet akkoord ontstaat welk het volgende vertraagt.

Voorbeeld Chopin

In dit voorbeeld met muziek van Chopin zien we in maat 1-8 allemaal akkoordsymbolen. Alle noten die niet in deze akkoorden passen zijn benoemd als anticipatie (a), voorhouding (v), doorgangsnoot (d) of wisselnoot (w)

Oefeningen

  1. Benoem in het bovenstaand voorbeeld van de wals van Chopin ook de niet-akkoordtonen van de maten 9 tot en met 20.

  2. Eerder zagen we een voorbeeld met 4 varianten van versieringstonen. Hier nogmaals de bijbehorende melodie met akkoordsymbolen.



    Speel de akkoorden aan de hand van de symbolen, en zing intussen de melodie. Zing vervolgens, terwijl je kijkt naar de melodie en luistert naar de akkoorden, uit je hoofd 4 vormen van versiering: Vertraging, anticipatie, wissel- en doorgang. Oefen bewust zowel stijgende als dalende vertragingen, zing ook de diatonische (laddereigen) vorm en de chromatische. Maak je op deze manier al deze begrippen eigen.