Home
Grondligging en Omkeringen
Trappen
Cadensen
Tussendominanten
Harmonische versieringstonen
De Koraalzetting

Cadensen

Een cadens is een eind-formule. Bij onze oefeningen die we later gaan maken in de koraalzetting zorgen we er voor dat elke oefening afsluit met een authentieke cadens in grondligging: V-I
Er zijn drie manieren hoe een zin naar een slot voert. Alleen in het eerste geval is het stuk ook echt af, bij 2 en 3 komt er nog minimaal een volgende zin achter:

  1. Authentieke (V-I) of plagale cadens (IV-I)
  2. Halfslot cadens (imperfect cadence): de muziek gaat naar een voorlopig slot. Je verwacht altijd een voortzetting in een volgende zin. Een voorzin eindigt heel vaak op V, waarbij V dan dus de werking van halfslot heeft
  3. Bedrieglijk slot ("Trugschluß", of "Deceptive cadence": V-VI): Je verwacht een normaal slot als V-I, maar er komt geen tonica, maar in plaats daarvan VI, of soms nog iets anders. Hierna wordt de muzikale zin meestal weer herhaald, maar nu afgemaakt met een authentieke cadens

Authentieke cadens

Voor de laatste 2 akkoorden van de authentieke cadens V-I zien we meestal nog een of meer akkoorden die bij de slotformule horen. Om te beginnen wordt de vijfde trap vaak vertraagd: we zien een akkoord met dezelfde bas als V, maar 1 of 2 tonen horen nog niet bij V, ze vertragen als het ware tonen van die V die erna pas komen. Met name de 3 en de 5 worden dan vertraagd:

In de eerste maat wordt de terts van V vertraagd door een kwart. Het betreffende akkoord wordt een sus4 genoemd, in dit geval dus Vsus4. In de tweede maat wordt zowel de terts als de kwint vertraagd door resp. een kwart en een sext. Het resultaat is een omkering van I (I64), die vertragingswerking heeft. Dergelijke akkoorden worden later nog een keer meer uitvoerig behandeld. Behalve dat V vaak vertraagd wordt, staat voor V (of voor de vertraagde V) vaak ook nog een zogenaamde subdominant. De echte subdominant is IV, maar plaatsvervangend zien we ook vaak II, II6 of VI. Er zijn nog meer mogelijkheden, maar voorlopig beperken we ons tot deze.

Plagale cadens

In sommige muziekstijlen wordt een zin afgesloten met IV-I, soms ook met II-I. We spreken van een plagale cadens. De volgende twee combinaties zie je in dat geval als meest gebruikte mogelijkheden, de laatste vooral in de 15e eeuw, ten tijde van de componist Dufay. Vandaar de naam Dufay-cadens.

V-IV-I
VII6-II-I (Dufay-cadens)

Halfslotcadens

Hier onder zien we een voor-nazin van 4 maten, waarbij de voorzin eindigt op V (halfslot), de nazin op V-I (authentieke cadens). Deze laatste afsluiting V-I wordt hier overigens nog voorafgegaan door 2 subdominanten (IV en II) in maat 3 en een vertragingsakkoord voor V (I64) in maat 4.

Bedrieglijke cadens

Vooral vlak voor het slot willen componisten vaak het einde uitstellen. Een van de beproefde middelen is om dan te suggereren dat er een authentieke cadens komt, maar in plaats van de tonica komt dan VI (of soms nog iets anders). We spreken van een bedrieglijke cadens. Meestal herneemt de componist dezelfde zin en maakt deze daarna wel af.

Oefeningen

computer-oefeningen met cadensen. Train je in het herkennen van de authentieke, plagale, bedrieglijke en halfslotcadensen.

Audiatie: In de toonsoorten C en Am oefen je:

  1. De toonladder op notennamen zingen, heen en terug (majeur of harmonisch mineur)
  2. cadensen "gebroken" zingen op notennamen:
    1. I-IV-V-I
    2. I-II-V-I
    3. I-IV-I6/4-V-I
    4. I-II-Vsus4-V-I
    5. I-II6-V-I
    6. Een mix van al het voorafgaande