Minderbroeders

Op de foto de eerste kerk van de Minderbroeders op de Pieterstraat, nu in gebruik bij het Regionaal Historisch cetrum.

De orde der Minderbroeders werd in 1210 gesticht door de H. Franciscus van Assisië (geboren 1182, gestorven 1226, heilig verklaard 1228). Franciscus was soldaat, maar na een bittere krijgsgevangenschap trok hij zich terug uit de wereld om in armoede en boetvaardigheid te leven. Zijn vermogen schonk hij aan de armen. Hij verzamelde aalmoezen om daar goede dingen mee te doen. Hij liet kapellen bouwen en bij hem voegden zich meerdere volgelingen. Toen stelde hij een regel op die in 1210 door paus Innocentius III werd goedgekeurd. Al in 1234 werd ook in Maastricht een Minderbroedersklooster opgericht. Eerst vestigden ze zich in particuliere huizen in de Pieterstraat en begonnen vanaf daar aan de bouw van kerk en klooster. Deze kerk kwam rond 1330 af en dit gotische monument dient nu als onderkomen voor het regionaal historisch centrum. In 1485 zijn er buitenschoormuren aangebracht omdat het gebouw dreigde in te storten. Oorspronkelijk was de hele kerk voorzien van muurschilderingen, waar hier en daar nog iets van over is.

In 1578 werden tijdens de onlusten de Minderbroeders uit de stad verdreven en het klooster werd verwoest. De kerk werd door de Hollanders tot kazerne omgedoopt. In 1579 veroverden de Spanjaarden weer Maastricht, die besloten het klooster weer geheel opnieuw op te laten bouwen. Vlakbij het klooster was een pesthuis (nog goed te zien op de kaart van Bellomonte uit omstreeks 1581, daar bestempeld als confirmatio publicum, een soort ziekenhuis), waardoor ook veel kloosterlingen besmet raakten en stierven. De Minderbroeders wensten dat dit afgebroken werd en buiten de stadspoorten kwam te liggen. De magistraat stond dit toe met als voorwaarde dat als het nodig zou zijn het weer opnieuw als pesthuis in gebruik genomen zou kunnen worden. Dat bleek nodig waardoor het opnieuw voor die functie werd geconfisqueerd.

In 1632 namen de Hollanders opnieuw Maastricht in. Meerdere burgers wilden de Spanjaarden, die nog steeds rond de stad legerden, toegang verschaffen. Pater Vinck, een Minderbroeder, had van dit plan gehoord tijdens een biecht van een "verrader" maar er door zijn biechtgeheim geen ruchtbaarheid aan gegeven. Het plan lekte desondanks uit, en ook de pater werd uiteindelijk ter dood veroordeeld omdat hij zijn kennis niet aan de Hollandse autoriteiten had doorgegeven. In 1638, na vele folteringen werden alle betrokkenen, waaronder diverse priesters, op de markt onthoofd en hun hoofden werden op pieken een tijd lang op de wal tentoongesteld. ("de vijf koppen"). De beschuldigde priesters waren Minderbroeders en Jesuïten. Deze kloosterlingen werden tengevolge van dit proces uit de stad verbannen. De Minderbroeders verplaatsten toen hun klooster naar de Pietersberg op Luiks grondgebied naar het klooster "ter Observanten" (Slavanten), vlakbij fort Lichtenberg (fort Mons lucis). Mont Lucis werd de naam van dit klooster. Tot 1578 hadden hier de paters van de Lichtenberg, een Franciscaner orde gezeten, die ook door de Hollanders verdreven waren. De Minderbroeders bouwden daar nu een nieuwe kerk (1648 geconsacreerd) en een nieuw klooster (1644 voltooid). In 1673 veroverde Lodewijk XIV Maastricht. Hij stond de Minderbroeders toe terug te keren naar Maastricht. Inmiddels was het klooster in de Pieterstraat ingericht als weeshuis voor gereformeerde kinderen en als militair hospitaal. De Minderbroeders gebruikten daarom de kapel van St. Jacob als gebedsruimte. In 1679 kregen de Minderbroeders een deel van het klooster in de Pieterstraat terug. Een deel van de kloosterlingen bleef in Slavante, een ander deel vestigde zich opnieuw in de Pieterstraat.

Omdat de kloosterlingen in de stad in 1678 niet alles terugkregen bleek het gebouw voor de orde te klein. In 1699 kregen de kloosterlingen toestemming elders in de stad een nieuw gebouw te plaatsen. Het klooster op de Pieterstraat bleef tot 1797 voornamelijk militair hospitaal, daarna werd het tuighuis tot 1868 en daarna archief en stadbibliotheek. Nu is er zoals gezegd het Regionaal Historisch Centrum gevestigd.

In 1701 werd in de nieuwe kerk vlakbij de Lenculer poort de eerste Mis opgedragen. Rond 1720 waren kerk en klooster voltooid. In 1796 moesten 32 paters en 8 broeders echter ook dit pas nieuwe gebouw alweer verlaten op last van de Franse bezetters. De kerk was daarna eerst verzamelplaats van alle archieven van de diverse gesloten kloosters, in 1825 werd het gebouw gebruikt als paleis van justitie en marechausséekazerne. Het klooster was vanaf de Franse tijd eerst school en werkhuis voor behoeftigen, daarna werd het gevangenis. Op dit moment fungeert het als bestuursgebouw van de Universiteit Maastricht
Ook het nog steeds bestaande Minderbroedersklooster op de Pietersberg werd in 1796 opgeheven. Kerk en grootste deel van de kloostergebouwen werden afgebroken, de overblijvende gebouwen werden ingericht als herberg Slavante.

Een afbeelding van de kloosters (1e (samen met dat van de faliezusters) en 2e klooster)zoals ze er uitzagen in 1750 kun je zien op de maquette in centre Céramique in Maastricht. (Zie ook overzichtsopnamen van de maquette)

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"