De belegeringen van Maastricht in 16e, 17e en 18e eeuw
Hoeveel belegeringen heeft een stad als Amsterdam gekend in de 16e tot en met 18e eeuw? Zelfs toen Haarlem, Alkmaar en Leiden probeerden te ontkomen aan de Spaanse bezetting in 1573, had Amsterdam niets te duchten. Het was nl. net als Middelburg loyaal aan Philips II. Niet lang daarna, toen een groot deel van de Nederlanden zich weer had weten te bevrijden, sloot ook Amsterdam zich bij de opstandelingen aan en daarna begon voor bevrijd Nederland de Gouden eeuw. In de 17e eeuw werd het even spannend toen in 1672/73 Lodewijk XIV probeerde Nederland te annexeren. Dankzij de Hollandse waterlinie en een portie geluk onsnapte geheel Holland toen aan deze veroveringstocht. In de 18e eeuw werden de Fransen in 1794 met gejuich binnengehaald door de patriotten, die ook voor vrijheid, gelijkheid en broederschap waren, van enige vorm van beleg was nergens sprake.
Hoe anders ging het in de meer zuidelijke gebieden, en met name ook in die delen die eerder of later onderdeel werden van Nederland. Maastricht hoort sinds 1632 bijna steeds bij Nederland, maar heeft in de hiervoor genoemde tijdsperiodes diverse zware belegeringen meegemaakt. In 1576 was er nog een Spaanse krijgsmacht in de stad die er een bloedbad aanrichtte. Toen deze krijgsmacht vertrok sloot in 1577 Maastricht zich, in tegenstelling dus tot bijv. Amsterdam, aan bij de opstandelingen onder leiding van Willem van Oranje. Maar de Spanjaarden trokken al snel weer noordwaarts om geleidelijk verloren gegaan gebied terug te veroveren. In 1579 werd Maastricht bijna vier maanden lang belegerd en bestookt, uiteindelijk ingenomen en vervolgens geheel geplunderd. Vanaf toen stond de stad weer onder bestuur van Spanje. Door geldgebrek met name stokte de verdere verovering van de Spanjaarden in de Noordelijke Nederlanden. Dat gaf de afvallige delen de kans om een goed getraind leger op de been te brengen, en Maurits probeerde hier en daar wat terug te veroveren van Spaans gebied. Het meest succesvol was in 1632 Frederik Hendrik, die er na een zwaar beleg in slaagde zelfs Maastricht terug te veroveren. Vanaf toen hoorde Maastricht dus op enkele relatief korte tussenperioden na bij Nederland. In 1673 rukte Lodewijk XIV op naar het noorden. Hij beet zich letterlijk vast in Maastricht. Dat viel in eerste instantie tegen. Toen trok hij verder maar liet Maastricht omsingeld achter. Een groot deel van Nederland, maar niet Holland, werd vervolgens door de Zonnekoning veroverd. Uiteindelijk na lange tijd en met nieuwe troepen lukte het alsnog om ook Maastricht te veroveren, dit keer zonder dat de stad geplunderd werd. Toen Spanje zich als bondgenoot bij Nederland aansloot begon het tij voor Nederland te keren, Spaanse en Nederlandse troepen veroverden langzaam weer delen van Nederland terug op de Fransen. In 1676 doen de Staatsen nog een vergeefse poging om Maastricht terug te veroveren (weer beleg!). In 1678 (vrede van Nijmegen) krijgt Nederland Maastricht weer terug. In 1748 stonden alweer de Fransen voor de deur, nu werd de stad al sneller overgegeven. Maar nog in hetzelfde jaar werd, weer bij verdrag, Maastricht terug gegeven aan Nederland. Tot 1794: De Fransen belegerden opnieuw de stad en voerden zware beschietingen uit. het prachtige klooster en kasteel van de Duitse orde werd hierbij compleet verwoest. Uiteindelijk gaf de stad zich over en werd Maastricht 20 jaar onderdeel van Frankrijk. Kloosters werden afgebroken, verkocht of ingericht als paardenstal, magazijn, bakkerij etc. Kunstschatten werden vernield of verkocht. Ook in de 19e eeuw was Maastricht nog negen jaar de pineut: als enige Nederlandse stad temidden van het "bevrijde" België, waardoor toen vooral de handel bijna stil lag.
Al dit oorlogsleed heeft van Maastricht (en van andere Limburgse steden als Roermond en Venlo) een heel andere stad gemaakt dan van de "verwende" Hollandse steden. De mensen wisten vaak nog van vorige generaties wat het was om belegerd te worden en hoe je je dan het beste kon gedragen. Soldateninkwartieringen, ook bij burgers, waren al bijna de normaalste zaak van de wereld. En iedere keer opnieuw moest de magistraat zich weer aanpassen aan een nieuwe gouverneur en deze voorzien van "de beste Rijnlandse wijn".
Van al deze belegeringen zijn veel gegevens bewaard gebleven, waardoor we ons een goed beeld kunnen vormen. In de verschillende jaargangen van de Publications bijvoorbeeld hebben meerdere schrijvers er zich mee bezig gehouden. Over het bloedbad in 1576 een stukje in Publications 1865 aan de hand van twee schilderijen die hierover handelen, over het beleg van 1579 door Parma (Spanje) (kaart Publications 1905) is heel veel bekend: Haakman en Allard schrijven er over in Publications 1876, Thomassen in Publications 1890, Schukking in Publications 1953. Ook is er over deze belegering een Duitstalig artikel in Publications 1901 van Nathan. Het grootste artikel over dit beroemde beleg is dat van Dyserinck uit 1905. Franquinet beschrijft de vergeefse belegering van de Staatsen in 1592 om Maastricht weer terug te veroveren in Publications 1877. Uitgebreide artikelen over de verovering van de Nederlanders in 1632 zijn er jammer genoeg niet in de Publications. Over het beleg van Lodewijk XIV in 1673 schrijft in 1909 van der Leur. De memoires van generaal Hardy bij het beleg van 1794 vormen de basis van het artikel van Eversen uit Publications 1879.
Interessant zijn de besluiten die de magistraat in al deze periodes nam. De raadsbeluiten in relatie met de belegeringen van (nu dus wel) 1632, 1673, 1676 en 1748 worden integraal weergegeven in Publications 1869, aan de hand van een publicatie die uit een particulier archief komen, maar dit stuk is waarschijnlijk in de 18e eeuw overgeschreven uit de originele raadsnotulen (Eversen). Bij deze publicatie valt op dat in deze periode van meer dan 100 jaar sommige dingen hetzelfde zijn gebleven voor de burgers in de belegerde stad. Iedereen moest bijv. bij al die belegeringen mee helpen "botten", d.w.z. met spade en kruiwagen in de weer om te graven, zand te storten, en op allerlei manieren mee te helpen om de versterkingen op orde te brengen en bij beschietingen om ze weer te repareren. Ook zien we dat de magistraat steeds bezig is met het aanleggen van voorraden, zowel op het gebied van levensmiddelen, maar ook de bewapening moet steeds weer op peil gebracht worden. Ook de mensen zelf moesten voorraden aanleggen en er werd zelfs door inspecteurs gecontroleerd op de zolders of dit ook gebeurde. Voor hetzelfde geld ging men echter bij de burgers langs om al het voedsel te verzamelen dat vervolgens weer werd gedistribueerd. Ook werd er veel materiaal paraat gehouden om branden te bestrijden. Verder werden er bijv. kettingen geplaatst in de Maas waardoor er geen scheepvaart meer mogelijk was. Er werd geld geleend bij de burgers. Burgers die geen geld konden lenen moesten "botten". In de loop van de tijd moest meestal iedereen botten. Huizen en kloosters werden ontdaan van lood om daar kogels van te kunnen gieten, zilverwerk werd ingeleverd. De burger kreeg pandbrieven waarmee hij naderhand kon aantonen dat hij zijn steentje had bijgedragen en waarmee hij kon (proberen) zijn geld terug te krijgen als de oorlog weer was afgelopen. Vooral in de 18e eeuw zien we bij de raadsbesluiten hoe aan burgers achteraf tegemoetkomingen werden toegekend.
Hierna een integrale weergave van de tekst zoals die staat in Publications 1869 van de betreffende raadsbesluiten van de magistraat. Maar eerst een lijst met enige uitleg over enkele gebruikte termen in dit Oud-Nederlands.
7ber, 8ber, 9ber, xber September, oktober, november, december voorraedt tot aanloop naar assigneren toewijzen, aanwijzen seditieuse weigeraar(?) geen negotie doen geen handel drijven negotiatie handel, aankoop encourageren aanmoedigen genamptiseerde penningen belastingen door de gildes geheven secours hulp, bijstand soulageren verzachten, verlichten op discretie onvoorwaardelijk requireeren verzoeken onder obligatie met schuldbrief gecondemneert veroordeeld devoirens te danken hebben aan negotieren overmaken (overhandigen van geldwissel) noriture voeding Executie In beslagname gedemolieert verwoest spruyten materiaal om gaten te maken in hout botten arbeid verrichten, in dit geval vooral
graafwerkzaamheden e.d. verrichtenBelegering van den jare 1632, door de Hollanders.
Nadat de Prins van Oranje zich den 4den Junij van Venlo en den 5den van Stralen had meester gemaakt, ging Roermond den volgenden dag bij verdrag over. Den 9den Junij kwam het leger der Staten in het gezigt van Maastricht, de 14den werden de loopgraven geopend, en den 22 Augustus werd het verdrag van overgave geteekend.
- Wegens de aanstaende belegeringe van het leger der staeten , vermits sij Venlo al ingenomen hebben , ten hove te schrijven en met den gouverneur te consulteren , den 5 junij 1632.
- Borgers te logeren met soldaten van de vier vrij compagnien , den 6 junij 1632
- Gedeputeerdens gestelt tot opsichte soo bij dagh als bij nacht , om opsichte te nemen op de nieuwe fortificatien, ende daartoe de wijken geassigneert ; alsmede gedeputeerdens bij de Borgemeesters op de landscroone , den 9 junij 1632.
- Door den gouverneur het polver te doen stellen in de schoolen van St-Servaas ende sulx gelaeten ter sijnder discretie , den 11 junij 1632.
- Aen de arbeyders ofte botters te doen distribueren gels en graen uyt den H. Gheest , den 12 junij 1632.
- Eedwaren ten prijse gestelt voor den tijd van het beleght; de botter ad 7 1/2 strs ; het speck ad 7 strs; den hollanschen keest ad 6 strs ; ende alle andere waaren niet hooger te vercopen als voor het beleght ; ende die geene negotie doen , sullen die eetwaren aan de cremers (overlaten) dat sij hebben boven haare provisie, op poene van gestraaft te worden als sedietieuse, den 14 junij 1632.
- Aen alle presente officiren vereerd ider 10 potten wijn, om deselve tot beetere defensie voor de stad te encourageren, den 14 junij 1632.
- Alle ledige wijn vaten te copen ende daar van cuypen te macken, en deselve te stellen aen de putten en vol water te doen, om gemackelijk vervoert te worden, den 14 julij 1632.
- Negotiatie die den gouverneur gedaen heeft ad 2900 gls voor het guarnisoen, tot stads laste te nemen , den 17 junij , den 20 junij 1632.
- Aen de soldaten gegeven twee stuyvers daghs van de stad ten tijde van het beleght , den 24 junij 1632.
- Aen alle de geestelyckheyt soo capittels, mans en vrouwe cloosters te versoeken tot subsidie van penningen , den 24 junij 1632.
- De stads chirugiens gelast de gequetsde soldaten soo van drogen als andersints bij te staan , op coste van de stad , den 26 junij 1632.
- Alle genamptiseerde penninge, soo van hooge en laege (geregten) als van den Vroenhove, op te lichten, ende die te geven aen den gouverneur tot nootsaeckelyckheit van de wercken en soldaten , ende ider te houden schadeloos, den 4 julij 1632.
- Hondert vat rogge van de vrouwe van Hoght op te meeten, om de armen te soulageren, den 4 en 7 julij 1632. .
- Met de clergie te confereren over eenen brieff te senden om te hebben secours tot defensie deser stad, den 5 julij 1632.
- Het loot van de huijsen en daecken der borgers aff te doen, tot cogels te gieten, den 5 en 7 julij 1632
- De geestelyckheit gerequireert loot te geven tot cogels te gieten, den 7 julij 1632
- Leeninge onder de borgers te doen tot behoeff van de beleegeringe, den 7 julij 1632
- Rogge te soeken op de borgers solders, om gedistribueert te worden, den 13 julij 1632.
- Een schip met rogge op de maese liggende aen den gouverneur aangegeven , ten eynde van provisie voor de soldaten, den 16 julij 1632.
- Alle leverantien aen het beleght gedaen te doen registreren in een cohier, en den gouverneur versocht daar van obligatie te geeven, den 18 julij 1632.
- Alle fauten tegens de ordonnantie op de wachten begoen te straffen , den 22 julij 1632.
- Item sullen alle radsverwanten heffen alle de boetens van de botters, die te laet ofte niet comen, den 22 julij 1632.
- Alle ambachten gelast soo veel geld bij malkanderen te maken als mogelyck, tot gerieff van dese stad, den 23 julij 1632.
- De geestelycke gerequireert het noodige loot te geven, als mede 3 tonnen bier alle dagen voor de soldaten te leveren, ende soo veel geld als mogelyk, den 24 julij 1632.
- Graenen van den proost van St-Servaes te copen tot onderhout voor den prijs als het sal gaen ten tijde van ses weeken , den 24 julij 1632.
- Wijckmeesters om te gaen en op te schrijven alle vremde mans en vrouw persoonen , en te vraegen de redenen waar om sij hier sijn, den 29 julij 1632.
- Obligatie aen de Heeren van St-Servaes te geven wegens het gelevert loot, en sulx te doen teekenen door de secretarissen , den 29 julij 1632.
- Borgers (g)eene leeninge hebbende willen doen sullen op discretie met soldaten gelogeert worden, den 29 julij 1632.
- Het beste rentvleesch niet hoger te vercopen als 5 strs het pont ; het hamel vlesch ad 6 strs ; het ander naar advenant bij taxt der twee daar toe gestelde , den 1 aug. 1632.
- Van het brouwer ambacht op te haelen. 200 pattacons ende daervoor t'obligeren de cool accynx en de andere stads middelen en raadverwanten , den 1 aug. 1632.
- Aen alle de borgers versocht haar silverwerck aen de stad over te brenge onder obligatie van den gouverneur en de stad om geldt te maeken soo als oock alle het rood coper: den 5 aug. 1632.
- Aen de clergie door den gouverneur, met assistentie van den Raad , versocht haar silverwerck over te geven onder obligatie etc. ; den 6 aug. 1632. Obligatie gegeven aan de zusters van den Maeghdendries, wegens 30 pattacons die sy aen de stad galeent hebben; den 9 aug. 1632.
- De hooghschout en borgemeesters gedeputeert om te confereren met beyde capittels, wegens hetgeene nocht te doen ofte te laeten is in deze belegeringe, den 9 aug 1632.-
- Gecondemneert in een dubbel meskeur, die op de waght groot disordre gemaek hadde, den 9 aug 1632.
- De achterstellen van accynse te doen betaele den 9 aug. 1632, ofte executie te doen.
- Van den hoogh proost van St. Servaes noch gecocht 200 vaten rogge om onder d'arme te distribueren, den 9 aug. 1632.
- Aen diverse chirugiens verhooght haar gagie met twee pattacons opdat sij beter soude oppassen haare gequetsde soldaten, den 16 augusti 1632. Gedeputeerdens gestelt om met de clergie den gouverneur te spreeken , wegens de capitulatie aangaende de religie in cas van geen secours, den 20 aug 1632.
- Sijn van de capittels gedeputeert twee canonicken en van de geestelyckheit den prior van de predickheeren en den prior van d'augustinen, den 20 aug 1632.
- Articles der capitulatie op te maeken en daar toe gedeputeert de twee hoogschouten, borgemeesters, paymeesters, twee radsverwanten en twee secretarissen, den 20 aug 1632.
- Den breeden Raad vergaedert en gehoord de geestelyckheyt en alle ambachten deser stad is goetgevonden met den goeverneur te spreeken om dese stad over te geven, mits de borgers alrede eenen storm hadde affgewert , ende dat den viant drij mijnen onder der stads muyr hadden gemaekt en met polver gevult om te laeten springen , ende dat de bresse groter wierd , den 21 aug 1632.
- Aen den borgerswachtmeester een aem wijn vereert voor sijne extraordinaire devoirens, den 22 augusti 1632.
- De gedeputeerdens geauthoriseert om de capitulatie te te teekenen als ook die te laeten teekenen van den Prince van Orange ende de Staaten van Hollant, den 32 aug 1632.
- Aen den Hertog van Brabant paspoorten versocht voor twee jaren om vrij door sijne landen te meugen gaan , den 26 aug 1632.
- Den Prince van Orange te salueren en te vereeren twee voeders van den besten Rijn wijn, ad 22 patt d'aeme, den 26 aug 1632.
- Gedeputeerdens gestelt op de stads en pieuse fondatie reekeninge soo van de luycxe als andere zijde, den 6 7bre 1632.
- De bresse te doen opmaeken, den 9 7bre 1632.
- Aen de Staaten van Holland versogh meerdere subsidie als men van den Coninck gehad heeft tot het fourneren van colen voor het guarnisoen, den 9 7bre 1632.
- Octroije van beyde princen te versoeken om te meugen negotieren 8000 gls tot reparatie de bresse als andersints , den 9 7bre 1632.
- Deuren en vensters aen de baracken te laeten maecken, den 13 7bre 1632.
- Reekeninge soo van het speck als gelderen gedistribueert onder het garnisoen op te maecken, den 15 7bre 1632.
- Aen ieder borgemeester voor haere aengewende moytens ten tijde van het belegh een aem Rijnschen wijn van den besten, den 16 7bre 1632.
Belegering van 1673 door de Franschen
Voorraedt tot het belegh.
- De eygenaers der huysen brandt emmers en ledders te maecken ingevolghe lijste, den 3 8ber 1670.
- Magasijn van olie en sout op te doen ten behoef als nodigh ; alle borgers provisien te maecken, den 3 8ber 1670.
- Provisie van koren te maecken en daer toe den Land commandeur te versoecken, als meede dat hij soude besorghen een brandt spruyt, den 3 8ber 1670.
- Het Capittel van St Servaes versoeckt om haer te voorsien van 2 brandt spuyten en OLV van een, den 3 8ber 1670.
- De schouwbalcken boven de mole poort te maecken, als meede den muer aen de hooghe kat, den 3 8ber 1670.
- Handmolens te maecken om in noodt te gebruycken , 3 8ber .
- Te examineren de claghten der cloosters , die te hoogh gelogeert sijs , den 17 9ber.
- Te declineren het versoeck van den raedt van staet, om een magasijn van rogghe te maecken, den 18 9ber 1670.
- De nodighe brandtemmers door de schoenmaeckers te doen ververdighen tot last der borgers ingevolge lijste , 18 9ber 1670.
- De apoteeckers winckels door stadts doctoren te visiteeren en rapport te doen van den voorraedt van medicamenten, den 18 9ber 1670.
- 20 handtmolens te doen maecken , den 18 9ber 1670.
- Soudt ad 200 sacken , 20 aemen raepolie opgedaen den 24 9ber 1670.
- Commis van stadts magasijn aengestelt den bouwmeester onder opsigt van de opperfabrijcken, den 24 9ber 1670.
- Tot noriture van de weeskinderen voor vrijdom 120 gl to, neemen uyt den H. Geest, den 24 9ber 1670.
- Magasijn van 16000 vaten rogghe bij de goede borgerye op . te doen, en daer af kennis te geeven aan den Raedt van Staat, den 1 xber 1670.
- Met het capittel van St Servaes en 0: L: V: en St Antonis praeceptor te spreecken, hoe veel spruyten, coorden en haecken door haer souden connen gelevert worden, den 12 jan 1671.
- De backers geordonneert voor een heel jaer lanck provisie op te doen van hout, den 19 jan 1671.
- Placaet van den Staat, dat geene fransche waaren alhier mooghen ingeslaeghen worden, tegen te gaen, 20 jan 1671.
- Resolutie van den Staat, dat alle de brandewijn, sedert het placaet hier ingekomen, soude gestapelt worden onder de opsighte van den officier; is dit gestelt in handen van onse gedeputeerdens en sulx tegen te gaen, den 23 feb 1671.
- Biddagh van den Staat te doen publiceren door den brabantschen hooghschout, den 2 meert 1671.
- Magasijn te formeeren van rogghe, handmolens ete den 5 meert en 9 meert 1671.
- Noghmaels de magasijnen in staat te stellen door order van den Raedt van Staat, den 17 april 1671.
- Magasijn van coren te doen leveren soo door raedtsverwanten als andere borgers den 9 9ber 1671.
- De borgers te doen botten aen het slighten der kuylen en weegen, den 15 feb. 1672.
- Een ider te doen botten op poene van een tonne bier ad 5g1.
- Item ider gelast provisie te maecken voor 6 maenden , den 22 en 29 feb. 1672.
- Verboth van graenen uyt te laeten , den 14 meert 1672.
- Visitatie op de solders te doen en de graenen op te schrijven , den 14 meert 1672.
- Vremde bedelaers te doen vertrekken , den 14 meert 1672.
- De borgermeesters gedep : om neffens de gedeputeerdens van den crijghsraedt alles naar te sien, dat noodtsaeckelyck is , om in cas van vijantlijcke aentast te werck te stellen , den 28 meert 1672.
- Executie te doen tegen sommige en sulx met stadts bode, den 28 meert 1672.
- Een vat meel voor ider persoon in voorraedt te hebben den 4 april 1672.
- Hand molens te doen maecken , den 14 april 1672.
- De brouwers gelast provisie van hop en coolen te maecken, den 4 april 1672.
- Wijckmeesters om te gaen en de solders te visiteeren ; te doen maecke provisie van sout , olie , boter etc. voor een half jaar, 4 april 1672.
- Door stads doctoren te doen visiteren de apoteeckers winckels en goede provisie te maecken, den 4 april 1672.
- De militairen alhier huyshoudende sullen deselve provisie moeten doen als borgers, den 4 april 1672.
- 300 brandemmers op Stadtshuys te brengen om aldaar aen de hand te sijn in cas van brand, den 4 April 1672.
- Opsienders der spruyten aangestelt en bequame personen te kiezen tot directeurs den 14 april 1672.
- Hoey en stroey op prijs gestelt, den 25 april 1672.
- De borgerye te wapenen door order van den Staat, den 25 april 1672.
- Officiers te logeren in de huysen , die verlaaten sijn ; en door de eygenaers alles te doen forneren, den 25 april 1672.
- 4 wijcken alle daeghen te doen botten van smorgens tot 's avons , den 25 april 1672.
- De borgers waghten gereguleert aen het nieuw stadshuys, dinghuys en brandwaghten, tot voorcoominge van disordre, den 26 april 1672.
- De wijckmeesters sullen alle manschap opschrijven , en sien of sij met wapenen voorsien sijn, en de waghten te visiteeren, den 27 april 1672.
- Aen het varen der palisaten de helf der vraghte te betaelen, den 27 april. 1672, dogh op memorie separaat te stellen, om te konnen repeteeren aen den Staat.
- Snaphaenen in te koopen, om de borgers in wapenen te stellen, tot Luyck, den 2 mey 1672.
- De magistraat in 4 deelen te verdeelen , die dagh en naght op stadtshuys sullen waecken: om alles te reguleren, 2 mey 1672.
- Alle victualie ten prijse gestelt, den 16 mey 1672.
- De borgers in de wapens te doen vergaderen smorgens ten 6 uren, op poene van 25 gl., den 23 meert 1672.
- Demolieringe van de buyten huysen voor te coomen, en den gouverneur te spreecken, den 23 mey 1672.
- Aen de borgerlyke compagnie vendels te geven, 24 mey 1672.
- De wijckmeester geordonneert noghmaals alle solders te visiteren, en ordentelycke lijste te formeren van het geen sij vinden, en aen wie de granen verkoght sijn, den 30 mey 1672.
- Het coren gestelt ad 45 st. het vat, den 7 jun. 1672.
- Provisie te maecken voor een half jaer , op poene van de stadt te ruymen, sonder dissimulatie, den 7 jun. 1672.
- Alle vremde soo mans als vrouwen der soldaeten anstons te doen vertrecken op poene van lijfstraffe, den 17 en 20 jun. en 18 jul. 1672.
- Het branden van genever te verbieden , den 17 jun. 1672.
- Provisie van coren te formeren , den 20 jun. 1672,
- De borgers te doen botten van 6 tot 11 uren en van 2 tot 6 uren, den 20 jun. 1672.
- De borgers te doen botten en met trommelslagh sulx te publicere, den 11 en 18 jul. 1672.
- Eene bequame sluyse te maecken op den jeeeker, op dat de mole altijt het nodigh water heeft, den 11 jul. 1672.
- Leproosen huys buyten Wijck af te werpen in dese conjecture op orden van den gouverneur, den 19 aug. 1672.
- Haver te verkoopen aen het guarnisoen voor 16 st. het vat, den 29 aug. 1672.
- Alle eedtwaren op prijs gesteld, den 29 aug. 1672.
- Aan den generael van de artillerije voor 3 weecken toegevoeght 62 gl. servies. den 29 aug. 1672.
- Aen den oppasser der siecken toegelijt 40 gl. par maendt, den lesten 8ber 1672.
- Den commandeur Karrij geeft poincten over, die noodigh sijn geobserveert te worden voor een aenstande belegh te konnen uythouden, en op ider geantwoort en de copie aen den gouverneur te laten toekomen, den 13 meert 1673.
- Eene redoutte te maecken aen den jeeker tot deckinge van de sluyse, den 20 meert 1673.
- Te botten tot St-Piter aen den wegh naent de gedemolieerde kercke, den 25 meert 1673.
- Te solliciteeren de betalinge der leverantien gedaen aen het leger van den Prins van Orange, opdat onse magasijnen wederom in staet gebroght worden, den 20 meert 1673.
- De borgers te doen botten aen het repareeren der fortificatien, den lesten meert 1673.
- Vrijdom der licenten tot Breda voor levensmiddelen, die hier gebroght worden, is sulx aen een ider kenbaer gemaekt, den 10 april 1673.
- Alle de wercklieden , die aan de fortificatien arbeyden, uyt stadts kasse te betaelen in forme van verschot, om te konnen repeteren suo tempore, den 25 april 1673.
- Den gouverneur versoeckt dat 4 poincten uyt stadts middelen soude betaelt worden, is goet gevonden aen sijn edele voor te dragen, dat deese stadt middelen daer toe geamployeert konnen worden ingevolghe gemakde conventieu , dogh dat de stadt deese 4 poincten bij forme van leeninghe sal betaelt worden, om gerepeteert te worden ; en anstons sal laeten maecken 500 cruywagens, deweleke met stadts wapen sullen geteeckent worden ; dat men sal betalen 600 soldaeten, die 5 weecken aen stadts fortification sullen wercken; dat de fouragie voor het guarnisoen niet konde volbroght worden, dogh andere middelen aen de hand gedaen ; dat soo veel palesaden als mogelyck sullen gelevert worden , den 25 april 1673.
- De vleeschouwers en brouwers gelast groote provisien te maecken om een belegh tegen te staen, den 25 april 1673,
- Alle wijcken anstons te botten waer het aengewesen sal worden, den 8 mey 1673.
- Alle materialen dienende tot botten sullen anstons in 't magasijn gebroght worden , op poene van 100 gl., den 8 mey 1673.
- Alle borgers provisie te doen voor 3 maenden in meel en voor 3 andere maenden in rogghe, den 8 mey 1673.
- De tafel van leeninghe te doen botten gelyck andere, en de amende bij excutie in te haelen, den 8 mey 1673.
- Fourageringe van het guarnisoen rontom deese stadt voor te coomen, en daer toe te confererent met de capittels ten spoedighste, den 15 mey 1673.
- De maese te sluyten met ketenen, geordonneert den 15 mey 1673.'
- Het brouwer ambaght fourneert 8000 gl. en assigneert nogh 2000 gl. die sij te goet hebben aen de geerfdens aen den jeeker, wegens de verdiepinge, die sij betaelt hebben, den 2 jun. 1673.
Belegh der Franschen
Hunnen aenvanck neemende.
Het beleg nam den 10 Juny, toen Lodewyk XIV in het leger kwam, dat zich reeds voor de stad had nedergeslagen , een aanvang; den 17 werden de loopgraven geopend ; den 29 werd de stad overgegeven en den 1en Julij werd de capitulatie geteekend.
- Te prepareeren eene grootte quantiteyt loodt, om cogels te gieten, en andere toebereytsels van huydens der beesten en alles wat noodigh is tot het belegh en gereedschap te brenghen, den 8 jun. 1673.
- 10000 gl. te negotieren onder de borgers onder behoorelycke obligatien van deese stadt, en daer toe het formulier opgestelt, den 12 jun. 1673.
- Aen de soldaeten in plaets van broodt ider te geeven 2 st. daeghs, die wercken volgens lijste van den gouverneur overgegeven, den 12jun. 1673; ende bedraeght per dagh 582 gl. 4 st ; sullen betaelt worden onder quittantie van de adjudanten van ider regiment, den 18 jun. 1673.
- Uyt ider wijck tegen avont ten 9 uren manschap te senden om te botten aen den voet van den wal, waer geen perijckel is, den 18 jun. 1673.
- De stadts doctoren gelast van de opsighte te neemen der kranken en gequetsdens in de gasthuysen ; de apoteeckers sullen op ordre en billet van de doctoors de medicamenten leveren, den 21 jun. 1673.
- Den gouverneur met alle hoogh officiers verschijnen in de raets vergaderinge en geeven eenige propositien op tot defensie deeser stadt, waer op anstons geresolveert is worden, den 21 jun. 1673.
- 3 aemen wijn gegeven aen de attacques, den 23 jun. 1673.
- Item een aem wijn aen den collonel van de italiaense trouppen, den 23 jun. 1673.
- Aen de Heeren die de waght houden alle authorisatie gegeven , gelyck den vollen raedt heeft, om in tijdt van noodt te ordonneeren, den 23 jun. 1673.
- Aen den commandant van de italiaense trouppen vereert een lampet, ad 120patt, den 26 jun. 1673.
- Aen de oppassers van het coren magasijn te distribueren 50 pattacons, den 26 jun. 1673.
- De wijckmeesters sullen op de stadtshuysen doen komen de timmerluyden, leijedeckers en metselaers om deselve aen te veemen voor redelycke prijs, om te dienen ten tijde van brandt , den 27 jun. 1673.
- Obligatie gegeven aen het cappitel van St-Servaes , wegens gefourneerde penninghen den 27 jun. 1673.
- Aen de distributeurs van de vivres voor gratificatie 100 pattacons, den 27 jun.
- Het gemaekde magasijn van corn te restitueren aen die het gelevert hebben, onder intreck van de obligatien , die een ider ontfanghen heeft, den 28 jun. 1673.
- Aen den commandeur voor tractement en dienste te vereeren 150 (of 750?) pattacons den 28 jun. 1673.
- Obligatie aen het capittel van St-Servaes te geven voor het noodig loodt , dat van de kercke gebruyck sal worden, met obligatie van het selve op stadts tosten wederom te laeten beleggen , den 28 jun. 1673.
- Obligatie van de brouwers te stellen op het wit en swaer bier, als meelti op de cool accijnse, den 29 jun. 1673.
- Aen de brouwers geaccordeert , dat een ider het ambaght willende coopen gehouden sal weesen aen het ambaght te fourneeren 500 gl. den 29 jun. 1673.
- De gouverneur te versoecken , dat deese stadt niet moghte sonder capitalatie overgaen ; en daer toe heeft den gouverneur eene memorie overgegeven en den cruyghsraedt doen vergaderen, en geassureert dat nogt geen perijckel was , en dat hij zoude sorge draeghen voor de bongerije , den 29 jun. 1673.
- Sout en olie te verkoopen tot betalinge der openstaende tractementen der raedtsverwanten , den 30 jun. 1673. Capitulatie geprojecteert ende de selve aen den coninck te overhandighen ; daar toe gedeputeerders gestelt, den 30 jun. 1673.
Belegh der Hollanders
Op den 10 julij 1676 hunnen aenvanck neemende
De Prins van Oranje moest het beleg na verloop van 51 dagen opbreken.
- De magistraet verdeelt om te vigileeren op ider ambacht, die wercken moeten voor den Coninck, den 10 jul. 1676.
- De magistraat met den Coninck souverain en raadt alhier in vier deelen te verdeelen, de wachte op den stadtshuys te houden tot het ordonneren van brand als andersins, den 10 jul. 1676.
- borgers wachten met 2 wijckmrs te houden naar gewoonte, den 10 jul. 1676.
- prijs van coren gestelt ad 55 st. en sullen de backers het selve haelen uit des conincks magasijn ten tijde van dit belegh , den 21 jul. 1676.
- 1200 man te doen botten alle daeghen aen de doorsnijdinge, die gemaakt wort binnen deese stadt onder opsighte van 6 wijckmrs, den 23 jul. 1676.
- 200 matrassen te brengen in het hospitaal voor de gequetsde, den 23 jul. 1676.
- Wegens het botten ende groodt getal der borgers remonstrantien te doen van de onmogelyckhijdt, den 23 jul. 1676.
- Het capittel van St-Servaes te versoecken van de noodtkasse uyt te stellen en de selve om te draegen, den 27 jul. 1676.
- Den carillion af te doen, den 29 jul. 1676.
- De geestelyckhijdt te doen botten door ordre van den intendant; en vervolgens versoght dat de helf van de capittels en cloosters deese naght, en de ander helft de naeste naght sullen gelieven te senden, om de borgers te helpen botten, den 27 jul. 1676.
- Het bier te vaeren aen de poorten op stads costen , 26 jul. 1676.
- Geamendeert die voor de ure het botten verlaeten hebben op 12, 8 en 10 patt : den 27 jul.1676.
- Gepubliceert niets te coopen van de soldaeten, den 27 jul. 1676.
- Collecte te doen tot stuttinge van het botten der borgerie , en voor ider man te geeven 25 st, den 3 aug. 1676.
- De fallianten, die haar quote niet betaelen in de redemptie van het botten, te doen executeeren, den 5 aug. 1676.
- De borgers geordonneert mest te vaeren aen de poorte van het lindecruys, om de selve te stoppen, sijn gecommandeert door vier raedtsverwanten, den 8 aug. 1676.
- De botters beter doen oppassen op groote amendens 9 aug. 1676.
- In persoon te botten of een ander boven de 18 jaeren oudt sijnde in plaets te stellen, en te verdeelen in 4 classen om smorgens , s achtermiddagh en snaghs te botten, den 10 aug. 1676.
- Aen 36 ambaghsluijden ider een halven patt. gegeve die den brandt geblust hebben op de Tongerse straat den 10 aug. 1676.
- De waeren op prijs te stellen , den 14 aug. 1676.
- Den Gouverneur Calvo vereert een toelast , een casse met citronen en 20 coppele kieckens , voor sijn goede sorge ten tijde van het belegh , den 17 aug. 1676.
- Biddagt van 24 uren te houden in alle kercken, en processie in St-Servaas met de noodtkasse , daer toe de capittels te versoecken als mede het beelt van 0. L. V. van de minderbroeders om te draaghen, opdat het gewachtene secours goeden uytslag magh hebben, den 22 aug. 1676.
- Eenen borger in het botten doodt gebleven sijnde aen de wed. te geeven 100 gl., den 22 aug. 1676.
- Magistraat sal haar waghten houden op poene van 4 patt, de Wijckmrs op 2 patt, den 22 aug. 1676.
- Carle van Brienen disrespect betoont hebbende aen de magistraat die de waght hadden , en de wagh voor de ure verlaeten hebbende, is gecondemneert in 10 forfeyten applicabel aen de capucinen , den 22 aug. 1676.
- Executie te doen wegens de falianten van het botten , en verders de slightinge te doen van de vyandts wercken, den 31 aug. 1676.
Belegering van 1748 door de Franschen
Voorraedt tot het belegh.
Het fransche leger kwam den 11 April 1748 voor de stad ; in de nacht van 15n op 16n dier maand werden de loopgraven geopend en den 7n Mei ging de stad bij verdrag over.
- Leevens middelen te besorghen om in cas van belegh te gebruyken op eene resol : van den Raadt van Staat, den 8 mey 1746.
- Een ider sal sigt anstons voorsien van rogge voor 6 maanden, den 23 mey 1746.
- Alle levens middelen getaxeert volgens het tarief in den raadt galesen, den 26 jul. 1746.
- Ordonnantie van voor 6 maenden levensmiddelen opte doen op poene etc. den 20 feb. 1747.
- Met den gouverneur te spreecken om in cas van belegh de noodige levensmiddelen en alles wat behoort te reguleren daer toe deputeerende de ordin. gedep., den 27 meert 1747.
- Naerdere negotiatie te doen om bewaert te worden voor den noodt in tijde van belegt, en in eene separate kiste te leggen ter somme van nogt 60000 gl. , den 28 april. 1747.
- Den landcommandeur versoeckt acte van non praejudicie, weghens dat hij geaccoord heeft. Lijste der graenen in de stadt bevonden en rogghe 66258 vat, den 15 mey. 1747.
- De vacantie verlenght van 14 daeghen, den 19 jan. 1747.
- De 25 ossen van de joden overgenomen , den 30 jun. 1747.
- De ord. gedep. geauthoriseert om de logeringe neffens de fouriers te doen, en alles te reguleren wat noodigt sal syn in deese haetelycke tijden, den 3 jul. 1747.
- Magasijn van eenighe levensmiddelen op te schrijven en in secure plaetse te stellen, op dat geen gebreck en is in tijdt van noodt, en dat oock liber acces hier is om alle waeren aen de armée te vercoopen, den 10 jul. 1747.
- Gelast de borgers haer te voorsien van alle levensmiddels voor 5 maenden, den 10 jul. 1747.
- De raadt van Staat versoeckt aanwijsinge voor plaetsen tot het formeeren der magasijnen , en te reschriberen van voor lijdelijcke prijs aen antrepreneurs sulx te doen den 18 xber 1747.
- Resol. van den raadt van Staat om levensmiddelen te besorgen soo voor het garnisoen als voor de borgers buyten costen van den raadt van Staat, hier over met den gouverneur te spreecken om alles tot nut deeser stadt te reguleren, den 18 xber 1747.
- Naerder nasol. hier over en de ord. gedep. geatithoriseert alles te verrightten, den 29 xber 1747.
- Lijste der specificatien van levensmiddelen te besorgen in den raadt overgeleyt, en die door de secretarissen te doen teeckenen en aen den gouverneur te behandigen, met last op alle winckeliers van altijdt tot stadts behoef deese provisie te houden op poene etc., den 15 jan. 1748.
- De gegotieerde 60000 gl. in voorraadt tot het belegh te stellen in eene secure plaatse onder deesen stadts huyse, den 29 jan. 1748.
- Door den gouverneur voorgedragen datter eenige machinatien soude sijn van verraadt is goetgevonden te stellen een praemie van 400 gl. tot ondeckingen van deselve, den 5 feb. 1748.
- De wijckmrs geordonneert alle vremde op te geven ider in sijn wijck, den 5 feb. 1748.
- Op eene missive van den raadt van Staat wegens de levensmiddelen daer mede voorts te gaan, en alles in staat te brenghen, den 19 feb. 1748. 12000 patt te negotieren op versoeck van den gouverneur om in tijdts gebruyck te worden, den 8 april 1748.
- De comm : dec : van de luyckse sijde bieden aen ons behulpsaem te weesen bij de grave van Saxen, ten tijde van dit beleght, den 8 april 1748.
- NOTA dat ten tijde van het belegh de magistraet in 4 deelen is worden verdeelt, en dat ieder smael deel de selve authoriteyt hadt als den vollen raadt, die oock een particulier boeck en notulen hebben gemaakt van alle het geene tot nut deeser stadt soo in distribueren der levensmiddelen aen het garnisoen als andersins, hetwelck ter greffie is berustende waar toe gerenvoyeert wordt , den 8 april 1748.
- Deputatie naer den grave van Saxen , die het belegh der fransen commandeert om deese stadt soo veel doenelyck te menageren , op dat de stadt van bomben en ander geschut gespaert magh worden, den 16 april 1748.
- 60000 gl. onder stadts huys te deponeren , om in cas van noodt gebruyckt te worden, den 16 april 1748.
- Geconsigneerde penninghen ter greffie van de borgemeesters van de meubelen van den prins van Hessen ter somma van 9272, tot stadts gebruyck te neemen voor dit belegh , den 16 april 1748.
- Gespecificeert de raedts verwanten , die par tour alle 24 uren sullen de waght houden met alle macht soo als de heel magistraet , den 16 april 1748. Den gouverneur geeft eene recipisse van alle het geene door de magistraat soo ten behoeve van het garnisoen als ten behoeve van het landt sal uytgegeve worden , als gelevert aen winckel waaren en andere behoeftens, door den Staat sal gerestitueert worden , den 27 april 1748.
- Articulen van capitulatie geapprobeert en de hooghschouten en pensionarissen benoemt , om de selve suo tempore aen den grave van Saxen te presenteeren , den 27 april 1748.
- Requisitie van den gouverneur om 1000 pioniers te hebben om een retranchement binnen de stadt te maecken, mits ider van hem sdaeghs sal ontfangen twee schellingen en sulx ingewillight , den 1 mey 1748.
- De ord : ged : ten eenemael te volmachtigen voor alles te reguleren met de franschen , wat noodigh sal weesen mits die eerstdaeghs staen binnen te coomen , den 5 mey 1748.
- Deputatie van den raadt naer den grave van Saxen om de capitulatie te presenteren , en daer op het rapport aldaer geregistreert , den 7 mey 1748.
- Deputatie naer den grave van Saxen wegens de redemptie der clocken neffens den deecken van St. Servaes, den 12 mey 1748.
- Lijste van het geene voor het hollands garnisoen en lande gelevert is geweest, naer den raadt van Staat toe te senden , den 22 jul 1748.
- Aen het opmaecken van den staet der onkosten, ten tijde van het belegh gedaen aen vandenheuvel voor sijn moeyte 100 ducaeten , en de 2 andere ider 50 patt., den 12 aug 1748.
- Den staat der leverantien aen den Raadt van Staat toegesonden , is gestelt in handen van den ontfanger generael, ten eynde van beright , den 26 aug. 1748.
- Weghens de leverantie voor het garnisoen ten tijde van het belegt , brieven van den gouverneur ontfanghen, den 2 7ber 1748.
- De flambouwen gelevert aen de wijckmeesters ten tijde der belegeringhe , te doen betaelen door den paymeester, den 4 aug. 1749.
- Afdoeninge der subsidien in den Haagh te versoecken, als meede betaelinge der geleverde waeren ten tijde van het belegh , den 1 7ber 1749.
- De Raadt van Staat te versoecken van betaelinghe der onkosten ten tijde van belegh gedaen, den 6 8ber 1749.
- De pretensien der borgers gelevert hebbende in het belegh , te stellen in de loterie van de generaliteyt , den 10 9ber 1749.
- Alle borgers te voldoen wegens haere leverantien ten tijde van het belegh gedaen , den 15 Xber 1749.
- De borghtoghte van den gouverneur , weghens de leverantie ten tijde van het belegh te rrestitueren, den 5 jan. 1750.
- Loterie briefkens ter getalle van 81 te stellen in de consignatie kiste , den 19 jan. 1750.
- Aen Ghier voor het begraven der doode lichaemen ten tijde der fransche overheeringe gegeven 240 gl., den 23 feb. 1750.
- Betalinghe gereguleert van eenighe leverantien ten tijde van het belegh , den 16 meert 1750.
- Betalinge van 5 staaten wegens leverantien ten tijde van het belegh , gereguleert , den 11 may 1750.
- Staat van ontfanck en betaelinghen der leverantien der borgers ten tijde van het belegh , den 8 jun. 1750.
- Rapport over de reeckeninge van ontfanck ende uytgaf der betalingen der leverantien der borgers , gedurende het belegh, den 6 jul. 1750.
- Intercessionales versoght over goederen en coopmanschappen bij de borgers , omtrent en ten tijde van het belegh gelevert aan het extraordinair hospitaal, den 13 jul. 1750.
- Betalinge versoght van 4 stucken katoen tot meubeleringe der camers op het gouvernement anno 1748 ten dienst van den marechal Loventhael , den 13 jul. 1750.
- Rapport der secretarissen over de leverantien bij de borgers gedaan aan het extraordinair hospitael militair, den 20 jul. 1750.
- Betalinghe versoght van geleverde meubelen ten huyse van Mademoiselle Auguste, den 17 aug. 1750.
- Aen Mevrouw de weduwe Mengerssem, weghens verkogde meubelen 96 gl. 12 st. , den 5 8ber 1750.
- Indemnisatie versoght bij eenen borgher over geledenen schaede den 12 8ber 1750.
- Aen eenen borgher voor twee sedelaers gelevert te hebben op het gouvernement ten tijde der fransche overheeringe, gegeven 35 gl. , den 12 8ber 1750.
- Aen J Thomas voor geledene schaede ten tijde der Fransen , van de inruiminghe des selfs schure en onvoeren van hoeij, gegeven 150 gl. , den 19 8ber 1750.
- Aen Jan Barre voor logeringe van militaire persnonen in de jaeren 1746 en 1748 van de Oostenrijksche, gegeven 150 gl. , den 15 feb. 1751.
- Borstels op het gouvernement gelevert ten tijde der Fransen te betaelen den 15 9ber 1751.
- Betalinge versoght van 690 fagotten, gelevert Ao 1746 is gestelt in handen der ord : gedep , den 14 aug. 1752.
- Weghens geleverde schansen aen de heer de Roosen in den jaere 1746, 172 ½ gl. , den 26 febr. 1753.
- Aen Jan Labeije voor gedane vraghten 88 gl , den 1 meij 1753.