Hygiene in de 17e en 18e eeuw

Hier kunnen we lezen welke maatregelen de Magistraat nam bij het uitbreken van besmettelijke ziekten, hoe er regels kwamen om de straten schoon te houden, hoe het beroep van stratenveger op kwam en meer. Het gevaar van besmetting via vlees, groente en fruit was al bekend. Dysenterie werd gekoppeld aan besmetting via kool en fruit. Bedorven vlees werd niet alleen afgekeurd, maar de verkoper ervan werd ook beboet. Ook mest en vooral ingewanden van dieren werden als een bron van besmetting gezien. Om de zoveel tijd komen er weer verordeningen om geen varkens los te laten lopen. Blijkbaar was dat dan telkens weer nodig.

Detail van een stadspoort met kraampjes.

Uit David Aubert "Les chroniques des Conquètes de Charlemagne". Koninklijke Bibliotheek Brussel.

12 September 1596. De burgers die op de straat onder hun vensters of elders varkensstallen hebben, zullen die afbreken, tot voorkoming van gevaarlijke ziekten.
25 Maart 1597. De magistraat beveelt der bewoners der Brug. en Nederstraat niet alleen, maar ook alle andere inwoners der stad, geen drek in de "sijpen" uit te storten of op de straat te leggen, waardoor andere lieden gehinderd en de straat verontreinigd worden op straf van 2 goudgulden, ordineert tot dat einde Leonard van Duijnen overal op alle putten te waarschuwen, en te bevelen, dat de ouders ook op de kinderen toe zullen zien.
De stadsputten die overal in de stad stonden dienden ook om berichten af te kondigen. Het waren echte verzamelpunten van de buurt. Op het eind van de 18e eeuw werden de putten vervangen door stadspompen. In de Neerstraat zie je nog de pomp die indertijd op de markt van Roermond stond.

Foto: Pieter Simons september 2006

2 December 1599. Vreemden mogen niet langer dan 3 dagen in het Gasthuis blijven, tenzij zij ernstig ziek zijn.
16 Februari 1612. Verboden "onsuiver of ongesondt vleijsch van kuchende of longzuchtige beesten" ter markt te brengen of het schapenvleesch buiten te kerven of te snijden.
19 September 1613. Geen varkens mogen meer op de straat lopen.
19 Maart 1615. Wijl de stadsgrachten door de beesten bedorven worden, worden geen beesten meer in de grachten geduld.
25 April 1615. De pestverordening van 1598 wordt afgeschaft.
3 Juni 1621. Verboden drek in de "sypen" te storten, daar zich die bij regen in de Brugstraat verzamelt.
24 Mei 1634. Geen verkoop van meubelen uit de pesthuizen voor een half jaar na den dood: de kleeren en wollen goederen eerst in de zon te leggen.
28 Augustus 1642. Met den hoorn zal uitgeblazen worden, dat eenieder de straat zal reinigen.
20 Januari 1661. Geen mist (mest) op de straten langer dan drie dagen.
18 Maart 1661. Alle afval te brengen op de afgespoelde parapetten tussen de Craen en St. Janspoort.
27 April 1662. De varkens van de straat te houden.
24 Juli 1664. Niemand aan de poorten te laten passeren uit besmette plaatsen. Wie naar besmette plaatsen gaat, moet 40 dagen weg blijven.
13 Augustus 1665.
(2 maanden na de stadsbrand). In eenige naburige steden heerscht de contagieuse of schouwende sieckte; de magistraat verbiedt communicatie te houden met iemand komende van Gulik, Lennich, Randelray, Nimmegen. Vele brouwerijen zijn verbrand en men verkoopt veel slecht bier. Daarom laat men toe allerhande bieren in de stad te brengen.
22 Augustus 1665. Om allen stank uit de stad te keeren zal niemand varkens in kelders mogen mesten.
April 1666. Bij buijckloop en pest zullen de verplegende Zusters van den Godsbongart vergoeding ontvangen. "Also te bevreesen staet dat Godt almachtig dese stadt compt te besoecken mit contagieuse sieckte en al bereids in een huijs en in twee kelders diverse persoonen sijn gestorven", zoo zullen twee personen op iederen hoek der straat worden geplaatst, die niemand in of uit laten gaan. In deze straat lagen de besmette huizen van Henrick Graeven en de kelder van Merten van Ameren. Jan Wijricx kelder zal met planken afgeschoten worden. Buiten de stad op den oever van de Maas op den Holtgroent zal men hutten maken voor de zieken en nog anderwe hutten aan 't Hoogschoor voor de gezonde vertrekkenden uit de geïnfecteerde huizen. Twee personen zullen worden gesteld om de dooden te begraven en aan de besmetten spijs te brengen. Een ieder zal zijn honden opsluiten, de "catten quit maken", de varkens van de straat houden, de afloopende goten openen enz. De besmettelijke ziekte duurt nog meer dan een jaar en is in de zomer van 1666 op een hoogtepunt. In deze periode voortdurend allerlei maatregelen om de ziekte in te dammen.
16 juli 1676. Wijl te Dusseldorp besmettelijke ziekte heerscht, zal niemand van daar komende zonder quarantaine toegelaten worden.
24 September 1682. Ziekte en sterfte onder de beesten; ordonnantie op het vleesch; Keurmeesters benoemd; de koppen tong, long en lever aan de geslachte beesten te laten.
5 November 1689. Vleesch afgekeurd; het zal in de Roer geworpen worden, terwijl de verkooper drie goudgulden boete krijgt.
18 November 1694. De stadskar zal den stratendrek opladen.
23 Januari 1698. De meesters en gezellen die op de timmermansgaffel tabak willen rooken, zullen in eene andere kamer moeten gaan zitten, zoodat andere meesters niet worden geincommodeerd. De meesters en gezellen zullen na het driemaal opkloppen van den regeerenden meester gehoorzamen en aan hun tafel gaan zitten.
3 Juni 1698. De magistraat zal 3 tonnekens en een kar bestellen om daarmee de stadssecreten te ruimen, maar ook voor d eparticulieren, mits daarvoor betalende een pattacon.
19 October 1705. Omdat de dysenterie over is mag de witte kappeskool wederom verkocht worden.
7 november 1713. Instructie tegen verspreiding der besmettelijke ziekte, die rondom woedt.

  1. niemand zal doode beesten boven aarde laten liggen
  2. de vleeschhouwers zullen het bloed en de vuiligheid der penserijen niet op straat of in de goten laten loopen en buiten de stad brengen
  3. de brouwers zullen geen draf op de straat mogen werpen
  4. geen mest op de straat te laten liggen
  5. de straten Dinsdag en Vrijdag te vegen
  6. geene varkens op de publieke straat te laten loopen.

7 Juli 1716 Een razende hond heeft door de stad geloopen en verscheidene gebeten. Alle gebeten honden zullen verdronken worden of doodgeschoten.
13 Maart 1727. De stadsarchieven raken dagelijks meer in disordre, zelfs zoo dat ze door de ratten en muizen verscheurd worden. Zij zullen in goede ordre gesteld worden.
31 Juli 1732. Geen tabaks pijpen in schuren te rooken.
18 September 1732. In de omtrek van Roermond woedt dysenterie; men verbiedt den verkoop van druijven, noten, moes (kool).
7 September 1740. Geen witte pruimen te eten.
23 uli 174.3 Tabak rooken in schuren en op straat verboden.
26 September 1746. Het ammunitiebrood is te nat en met veel te veel water gemengd
2 Mei 1749. Veel vuijligheyt ende stank veroorsaakt door degeene, die onder of omtrent den booghe neffens de Hooge kercke om van den merckt te gaen naer den grooten kerkhoff, hun gevoegh comen te doen, hetwelck streckt tot disrespect, soo van de selve cathedraele kercke als van de processien, die onder dijen booge dicwils passeeren, ende anderssints tot beswaer enz. soo ist dat deselve Raden der tweede Caemere aen een yegelyk verbieden syn gevoegh meer te doen enz. of onreynigheyt te werpen in het soogenaemt Hanestraatje tegenover de Hoofdwachte gelegen. (opm. van A van Beurden: Die toestand in den Boog is eerst in 1901 veranderd!)
24 Juli 1752 Geen beesten op de St. Jansbleek.
2 Juni 1766. De honden der vleeschslachters 's nachts niet meer los op straat.
14 Juli 1774. De scholtis en schepenen van Maesniel klagen over de stank der doode beesten in den kuil bij het hagelkruis in 't Ruremontsche veld.
16 September 1779. Reglement tegen de dysenterie. Deze heerscht in 't land van Weert en eenigen naburige dorpen. 1- Geen witmoes of cappeskoolen in te voeren, noch noten of pruimen. 2- geen vers vleesch van Cruchten, Elmt enz. 3- geen doode katten laten liggen. 4- Het bloed van geslachte dieren niet op straat. 5- geen draf op de straat werpen 6- de straten te zuiveren. Van het balkon zullen de maatregelen afgelezen worden, het lichaam moet zuijver gehouden worden, de mond gespoeld met water en azijn; het eten van aardappelen met azijn is dienlijk; geen lijkmaaltijden te houden.

Venlo oude steeg omstreeks 1930

 

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"