Inleiding
Naar hoofdpagina Plattegronden Geschiedenis van Rome De Romeinse tijd Vaticaanstad Kerken van Rome De reis, pleinen, fonteinen, palazzi, musea
Geschiedenis
Globaal kun je de geschiedenis van Rome in zes kleine tot grote periodes verdelen
- Het antieke Romeinse rijk van 753 voor Christus tot 476 na Christus. Deze periode kun je verder onderverdelen in de periode van de koningen (753-510 voor Christus), de republiek (510-27 voor Christus) en de keizers (27 voor Christus tot 476 na Christus)
- De Middeleeuwen, van 476 tot globaal 1377. In deze periode zijn de pausen soms de baas van een eigen pauselijke staat die steeds van grootte wisselt, maar er zijn ook regelmatig invallen, plunderingen en andere dieptepunten. Van 476-729 hebben de Longobarden het voor het zeggen en heeft de paus slechts een klein gebied. In 729 wordt dat gebied door een schenking groter. De pausen eisen in de 11e eeuw meer macht, bijv. om bisschoppen te mogen aanstellen (investituurstrijd 1073-1085). In 1084 wordt Rome door Noormannen geplunderd. Daarna worden zeer veel nieuwe kerken gesticht en begint Rome als pelgrimsstad een grote vlucht te nemen. Er komt echter een tijdelijke inzinking: van 1305-1377 is Avignon de zetelplaats van de pausen
- De renaissance. 1377-1545. Met de terugkeer van de pausen in Rome in 1377 begint de macht van de pausen snel groter te worden. Grote gebieden als Ferrara worden veroverd en komen bij de pauselijke staat. In 1503 begint de bouw van de nieuwe Pieterskerk. Het gebied van de pauselijke staat bereikt zijn hoogtepunt. Maar er komt ook een dieptepunt: 1527 de sacco di Roma: huurlingen van Karel V plunderen de stad Rome
- Barok. 1545-1799. Met het concilie van Trente van 1545-1563 en de overeenkomst met Keizer Karel V zetten de pausen de aanval in tegen Luther en andere hervormers. Het antwoord is vooral: bouw en herbouw van talloze pelgrimskerken in Rome en veel geld investeren om de gelovigen te overtuigen door middel van kunst. Kunst, ook muziek, moet in eerste instantie eenvoudiger en directer zijn, vanaf 1600 vooral imponeren.
- Van Franse tijd tot pauselijke staat. (1799-1929). De Jacobijnse republiek in 1799 onder invloed van de Fransen dwingt de paus zijn zetel neer te leggen, paus Pius VI wordt gedeporteerd. In 1814 mag hij terugkeren. Het Weense congres vormt ook de inleiding tot de geleidelijke eenwording van Italie, die pas in 1870 als Rome tot hoofdstad van de nieuwe staat wordt uitgeroepen voltooid is. In de tijd ervoor zien we bijv. hoe in 1849 de paus voor zeven maanden ten val wordt gebracht tijdens een revolutie. De paus trekt zich terug in het omheinde gedeelte van Rome. In 1870 dringen Italiaanse troepen Rome binnen. Vittore Emanuele II, de eerste koning van het verenigde land, is de grote held. Naast hem ook de eerste minister president Cavour, die de grondwet opstelde. Pas in 1929 wordt de kwestie met de paus opgelost
- De Pauselijke staat. De relatie tussen het Vaticaan en de Italiaanse staat was sinds de verovering van Rome in 1870 problematisch geweest. Pas in 1929 wordt dit probleem opgelost met het Verdrag van Lateranen, waarbij van de wereldlijke macht van de paus slechts een ministaatje in de stad Rome overblijft: de nog steeds bestaande Vaticaanse staat.
Rome en het Romeinse rijk
Naar top document
Bij het Piazza Venezia staat het capitool. Dat dient tegenwoordig als stadhuis, maar eens was het een heilige plaats van de Romeinse goden, waar zegevierende aanvoerders hun overwinningen vierden. Bovenop het capitool zie je standbeelden uit het late keizerrijk: Castor en Pollux met een paard. Deze zijn overigens in de Joodse wijk gevonden en er pas in 1583 geplaatst. Het plein voor het capitool is ontworpen door Michelangelo. Vanaf 1997 staat er een kopie van het originele ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius op het plein. Het origineel was er al door Michelangelo neergezet, dat mocht omdat de paus dacht dat het een beeld van Keizer Constantijn was, de enige Christenkeizer. Alle overige ruiterstandbeelden zijn in die periode omgesmolten als zijnde afgodsbeelden. Maar wat het meeste opvalt bij het Piazza Venezia is niet zozeer het capitool, als wel het monument dat is opgericht om de Italiaanse eenwording te gedenken, het monument voor de eerste koning Victor Emanuel II. Met een dubbel driespan en het ruiterstandbeeld van deze koning eist het verreweg de meeste aandacht. Het grote gebouw er achter is tegenwoordig museum.
Aan een kant van de moderne verkeersweg ligt het Forum van Trajanus. Hier is nog veel in vrij goede staat, zoals de markthallen die de keizer er had laten plaatsen. Ook zien we daar de beroemde zuil van Trajanus, waar al zijn heldendaden en veldslagen op worden weergegeven en bejubeld
Binnen het Forum Romanum, het kilometers omheinde deel aan de andere kant van de verkeersweg, met daarbinnen wegen als de Via Nova, maar ook tempels, huizen, en dat allemaal in de vorm van ruïnes, kun je je weer helemaal in de Romeinse tijd wanen. Aan het uiteinde staat het colosseum. Net buiten het omheinde deel ligt het terrein van het Circus maximus, waar wedstrijden werden gehouden. Deels binnen de omheining, maar met de huidige ingang buiten de omheining, ligt de prachtige kerk gewijd aan de vroegchristelijke heiligen Cosma en Damiano.
Niet alleen bij het Forum Romanum zijn resten van het Romeinse rijk zichtbaar, maar er zijn zo wie zo veel plaatsen waar je iets op dat gebied kunt zien. Zoals aan het einde van de Joodse wijk, waar naast Romeinse vondsten ook middeleeuwse markten zijn teruggevonden en gereconstrueerd. Van de talloze beelden en voorwerpen is veel bewaard in allerlei musea. Wij zagen het een en ander in Musei Vaticani en in het klooster van San Giovanni in Laterano.
Vaticaanstad
Naar top document
Sinds 1929 is het gebied waar de paus het hoogste wereldlijke gezag uitoefent beperkt tot het ommuurde deel aan de andere kant van de Tiber: Vaticaanstad. We hadden kaartjes online gekocht voor de Musei Vaticani, waarmee je o.a. toegang hebt tot de pauselijke vertrekken die van fresco's zijn voorzien door Rafael, en tot de Sixtijnse kapel waarvan het plafond is beschilderd door Michelangelo. Maar ook andere museumonderdelen zijn toegankelijk, zoals het museum Gregorianum met allemaal beelden uit de Romeinse tijd. Dat laatste was het enige deel dat niet druk was, de rest was, ondanks de door ons gereserveerde tijd van tien uur op maandagochtend, eigenlijk niet te harden zo druk. Het was echt moeilijk om je binnen de mensenmassa nog te kunnen richten op de omgeving. Wel erg leuk en mooi was de wenteltrap. Tegen twaalven vluchtten we naar buiten en maakten een rondwandeling helemaal om het gehele ommuurde deel van Vaticaanstad heen. Vooral de zuidkant, wat een oase van rust! Je zag de koepel van de St. Pieter tussen de cypressen boven de muren uitsteken. De blauw-grijze kleur ervan mengde prachtig met de strakblauwe hemel. Wat een genie was Michelangelo, niet alleen door de onmenselijke taak die hij volbracht door het beschilderen van de Sixtijnse kapel, maar misschien nog meer door het concept van deze koepel. Toen gingen we het Pietersplein op. De overweldigende omarming van Bernini: 'kom maar, je hoort er bij, dit is de moederkerk' lijkt hij te zeggen. Als je weet hoeveel werk het gekost heeft, ook weer aan Bernini, om de obelisk van meer dan 25 meter hoog uit het circus Neronianus te halen en op het plein op te richten. Je kunt dat uitvoerig lezen in "de zeven levens van Rome" door de geweldige auteur Robert Hughes. Maar om binnen te komen: eerst weer in de rij staan. Mijn lunchmesje heb ik maar voor de zekerheid weggegooid voor ik door het detectiepoortje ging. En dan eindelijk in de basiliek: wat een ruimte, wat een pracht, wat een praal. Door de enorme grootte valt de drukte opeens heel erg mee. Het lijkt of je genoeg tijd hebt om veel te kunnen bekijken. Wel weer even in de rij om de stenen voet van Petrus te kunnen aanraken. En het baldakijn van Bernini te bewonderen. Het grootste bronzen kunstwerk ter wereld. Door de imposante grootheid van alles ben je even heel nietig en dat is voor iedereen goed denk ik. Kijk vooral naar boven, in de koepel. Engelen en gelukzaligen die een kroon vormen om de troon van de allerhoogste, in een prachtig lichtspel. En natuurlijk de pieta van Michelangelo. Opvallend hoe Michelangelo toch vooral de volmaaktheid van de lichamen en kunstigheid van de plooien weergaf, dit in tegenstelling met latere barokke kunstenaars als Bernini, die vooral het drama van de afgebeelde gebeurtenissen wisten vorm te geven. Dat laatste spreekt me dan toch meer aan.
Kerken van Rome
Naar top document
Hoeveel kerken zouden er zijn, alleen al in het oude gedeelte van Rome? En de meesten zijn een groot deel van de dag open. En de meesten zijn zeer bezienswaardig. Ziedaar, weet waar je aan begint. Je zult dus een selectie moeten maken. Op lokatie (je bent toevallig in de buurt), op belangrijkheid (die moet je gezien hebben), op basis van de tijd van ontstaan, op basis van rust (hier kun je even alleen zijn). Tja. We hadden geen ervaring dus we hebben deels toevallige keuzes gemaakt. De volgende kerken hebben we gezien.Santa Maria Maddelena
Deze kerk gingen we de eerste ochtend binnen omdat we er gelijk langs kwamen op zoek naar buskaartjes voor de bus naar het vaticaan. Toen we naar binnen gingen, zo kwart voor negen, waren we helemaal alleen. Het was de eerste barokke kerk die we zagen in Rome en we waren gelijk flabbergasted. Om 9 uur begon er een dienst. Een vrouw was aanwezig, wij zijn maar snel weer gevlucht. Maar wat goed eigenlijk: zelfs voor een persoon wordt er een mis gedaan. De kerk zelf is gebouwd eind 16e eeuw (1599 klaar gekomen), en is ook van buiten een typische barokkerk, hoewel de huidige façade uit 1735 (Fontana) dateert en meer als rococo kan worden omschreven. Opvallend is hoe de kerk van binnen enigszins octogonaal is, iets dat ook Borromini vaak deed.Santa Maria Sopra Minerva
Ook deze kerk lag vlak bij ons B&B en ook vlak bij het Pantheon. De naam geeft aan dat ze gebouwd is boven op een heiligdom, gewijd aan de Romeinse godin Minerva. De oorspronkelijke kerk is daar al in de achtste eeuw door Griekse monniken gebouwd. Gebleken is kort geleden dat de tempel van Minerva 200 meter verderop was. Mogelijk staat de kerk deels op de fundamenten van de Tempel van Isis en Serapis die ook in deze buurt stond. In de tuin van het bijbehorende klooster werd namelijk in 1655 een Egyptische obelisk opgegraven die ooit in deze tempel heeft gestaan.
De eerste kerk uit de achtste eeuw werd in de dertiende eeuw afgebroken. Paus Alexander IV (1254-1261) schonk de kerk en het klooster aan de bedelorde der Dominicanen, die er hun hoofdkwartier vestigden. Twee broeders van de orde begonnen in 1280 aan de bouw van de huidige kerk, die in 1370 voltooid werd. De beroemde architect Carlo Maderno verbouwde de kerk en gaf haar een Barokke gevel. Tijdens een renovatie in de 19e eeuw werd deze echter weer in de oude renaissancistische stijl teruggebouwd.
De kerk heeft een bijzonder blauw plafond, dat is versierd met sterren en bladgoud. Onder het hoofdaltaar ligt het lichaam van de heilige Catharina van Siena. In de 14e eeuw was zij lid van de Mantellate, een Dominicaanse lekenorde. Ze stierf in Rome op 33-jarige leeftijd. (de foto's die ik maakte van haar tombe waren jammer genoeg allemaal onscherp). Je ziet in de kerk erg veel afbeeldingen van Dominicanen (met hun bekende zwart-witte kleding). Ook ligt de heilige Cosma er begraven, die zijn eigen kerk, samen met Damiano, heeft op een andere plaats in de stad.
Links van het hoofdaltaar staat een bekend beeld van Michelangelo uit 1521, de Cristo della Minerva, of Christus die het kruis draagt. Om zijn voet had het beeld vroeger een bronzen schoen, die de voet moest beschermen tegen het kussen van de gelovigen. Het oorspronkelijk naakte beeld werd in de baroktijd voorzien van een lendendoek, omdat het naakt protest wekte. Dichtbij het beeld ligt het graf van de zaligverklaarde Dominicaanse meesterschilder Fra Angelico. In museum Boymans van Beuningen kun je een schilderij van deze kunstenaar bewonderen. Hij stierf in 1455 in het aangrenzende klooster. Ook de pausen Paulus IV, Leo X en Clemens VII zijn begraven in de Santa Maria Sopra Minerva.
Op het plein voor de kerk staat het beroemde beeld van het Olifantje van Bernini, de Pulcino della Minerva, waarop een antieke obelisk is geplaatst.Il Gesù
De eerste Jezuitenkerk van Europa stond in Rome, en de opvolger van deze kerk is er al vrij snel daarna gebouwd: Il Gesù. (Jezus, ook de naam van de orde). De kerk is vanaf 1568 in opdracht van kardinaal Alessandro Farnese gebouwd door de bouwmeesters Vignola en Della Porta. Van Farnese werd gezegd dat hij de drie schoonste zaken in Rome bezat: het Palazzo Farnese, zijn dochter en de Gesù. De Gesù is sinds haar inwijding in 1584 de belangrijkste kerk van de Orde der Jezuïeten van heel Europa. Voor de voorgevel van de kerk koos men voor het ontwerp van Giacomo della Porta (circa 1540-1602). Dat model was erg plechtig en sober. De bovenkant van het centrale deel van de façade bestaat uit een driehoek. Het vormde de overgang tussen de stijl van de renaissance en die van de barok. Lange tijd heeft men deze stijl de 'Jezuïetenstijl' genoemd. De bouw van de kerk werd afgerond in 1584. De Gesù werd het model voor kerken gebouwd tijdens de contrareformatie en de barok. Belangrtijk was de preek, die moest men overal kunnen horen. Er zijn dan ook geen pilaren in de kerk. In het begin waren de decoraties eenvoudig en vroom. Maar in de tweede helft van de 17e eeuw besloten de Jezuïeten om kunst te gebruiken om de triomfen van de Kerk en de Orde te illustreren, en werd de kerk omgebouwd in de barokstijl. Het plafond werd beschilderd door Il Baciccio in 1672-1685 met zijn fresco “Triomf van de Naam van Jezus”.
In het linker transept ligt Ignatius van Loyola begraven onder een altaar van lapis lazuli. Ook staat er een altaar met daarop het beeld van de heilige, gemaakt van marmer en zilver. De wereldbol die het monument bekroont zou de grootste steen van de wereld zijn. Via de sacristie zijn de vertrekken (camere) van Ignatius te bereiken. De kleine kapellen (capellette) zijn een uitbouw van het huis dat hij in 1543 heeft aangelegd naast de Santa Maria della Strada, de voorloper van deze kerk. Hier heeft hij zelf vanaf 1544 samen met zijn medebroeders geleefd tot aan zijn dood op 31 juli 1556. Er is een pompeus effect te zien in de kerk: om de zoveel tijd gaat er een enorm toneeldecor naar beneden bij een zijwand en komt de afbeelding van Ignatius langzaam te voorschijn. Rome is nog steeds theater...Santa Maria di Loreto
Vlakbij het pompeuze bouwwerk ter ere van Victor Emanuel bij Piazza Venezia kun je deze kerk vinden. Na het Jubileumjaar 1500, kreeg het gilde van timmerlieden toestemming van paus Alexander VI om daar een kerk te bouwen. De bouw van de kerk begon in 1507 op basis van een achthoekige plattegrond; de koepel werd pas zo'n 75 jaar later afgerond. De kerk werd gebouwd bovenop een eerdere 15e eeuwse kapel, die een icoon van de Maagd van Loreto bevatte. Het interieur is vooral bekend om zijn beeldhouwwerk, waaronder een standbeeld bij de ingang door Andrea Sansovino en rond het altaar, vier engelen door Stefano Maderno, en voorstellingen van vier gemartelde maagdelijke Romeinse heiligen. Een kapel is bedekt met mozaïeken van Paolo Rossetti en fresco's van de werkplaats van Federigo Zuccaro.Cosma e Damiano
In deze kerk kun je de heel oude geschiedenis nog voelen, zeker als je er een tijdlang zoals wij, helemaal alleen in bent. Ze gaat helemaal op in het Forum Romanum en de voormalige hoofdingang met een grote bronzen deur is ook aan die kant. Tegenwoordig ga je door een achteringang naar binnen en hoef je niet eerst voor het Forum Romanum te betalen. Bij die ingang staat een prachtig expressionistisch beeld, ik heb niet kunnen achterhalen wat het voorstelt en wie de maker is.
De basiliek is gewijd aan twee Griekse broers, de artsen, martelaren en heiligen Cosma en Damiano. Op deze plek zou oorspronkelijk een tempel gewijd aan Romulus hebben gestaan. In 527 werd de kerk gekerstend en gewijd aan de genoemde heiligen. De kerk werd fysiek vergroot doordat de bibliotheek van het Forum van de Vrede er aan werd toegevoegd. Waarschijnlijk werd tot toewijding aan deze heiligen besloten, om de aanbidding van de Romeinse tweeling Castor en Pollux een halt toe te roepen, die vlak daarbij ook een tempel hadden. De apsis van de kerk is versierd met een Romeins-Byzantijnse mozaïek, met daarop de wederkomst van Christus aan het einde der tijden. In 1583 dacht Gregorius XIII in deze kerk ook de lichamen van de heiligen Marcus en Marcellus te hebben herontdekt. In 1632, beval paus Urbanus VIII tot de restauratie van de basiliek. Een van de belangrijkste dingen was het verhogen van de vloer met liefst zeven meter om infiltratie van water te voorkomen. De oude vloer van de basiliek is nog steeds zichtbaar in de crypte.
De mozaïeken zijn meesterwerken van 6e- en 7e-eeuwse kunst. In het midden zien we Christus, daarnaast St. Petrus, Sint Cosma, Sint Theodorus, St. Paulus, St, Damiano en paus Felix IV ; laatstgenoemde draagt een model van de kerk. Het is de eerste keer dat we deze symboliek tegenkomen in de Europese geschiedenis.
Een 8e eeuws fresco van een kruis wordt als belangrijk vereringsobject beschouwd. Opvallend is zijn tuniek. Uit geschriften weten we dat het gaat om een Syrische tuniek, een zeldzame afbeelding voor deze streken.
De twee broers, artsen, worden beschouwd als beschermers van doktoren, chirurgen, apothekers en dierenartsen. Eeuwenlang kwamen artsen in dit gebouw bij elkaar om medische zaken met elkaar uit te wisselen.Santa Maria in Vallicella
Deze kerk wordt ook vaak de Chiesa Nuova (nieuwe kerk) genoemd. Hij ligt dicht bij het Piazza Navona. 'In Vallicella' verwijst naar de vallei van een beekje dat in de Terentijnse moerassen uitmondde. Tijdens de middeleeuwen stond hier een oudere kerk, maar de bouw van de huidige kerk begon in 1575. Ze werd ingewijd in 1599. De voorgevel was klaar in 1606. Ze werd gesticht door Filippus Neri, de stichter van de Oratorianen, naar een ontwerp van Giacomo della Porta. Hij was een belangrijke figuur tijdens de periode van de Contrareformatie en hij zag de kerk als een uitvalsbasis voor zijn werk en zijn orde. Alhoewel het Neri's wens was om het interieur wit te schilderen kreeg Pietro da Cortona in 1647 de opdracht om de koepel, de apsis en het schip met fresco's te versieren. Hij besteedde hier, met onderbrekingen, twintig jaar van zijn leven aan.
In de kerk hangen drie werken uit 1608 van Peter Paul Rubens, geschilderd op leisteen. Het gaat hier om belangrijke werken uit zijn Romeinse periode. Het meest bekende is dat aan de rechterkant van het altaar met de afbeelding van Domitilla en Nereus en Achilleus van Rome. Het interieur bevat ook een kopie van de Kruisafneming van Caravaggio. Het origineel verhuisde naar de Vaticaanse musea. In het aangrenzende complex is onder andere de Biblioteca Vallicelliana gevestigd, een zogeheten biblioteca statale. In een zijkapel, links van het altaar, ligt Filippus Neri begraven. Zijn gezicht is bedekt met een zilveren masker. Boven het altaar is een mozaïek van Vincenzo Castellani (1765-1774).
Wij waren in de kerk net toen er een concert plaats vondt door het kathedrale koor uit Utrecht. Dit koor was in verband met een jublieum in Rome en gaf daar twee concerten, een in de 'Gesù' en een tweede in deze kerk. Daarvoor hadden ze ook nog de muziek bij twee kerkdiensten verzorgd. Als toetje mocht iedereen, ook de zeer jeugdige zangers, de volgende dag op audientie bij de paus.Pantheon: Maria ad Martyres
Het pantheon kun je ook bespreken als je het wilt hebben over de Romeinse nalatenschap, want het gebouw heeft nog geheel de bouw van de oorspronkelijke Romeinse tempel, gewijd aan een aantal goden. Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 27 v.Chr. en werd gebouwd onder het consulaat van Marcus Agrippa. In 80 n. Chr. werd de tempel tijdens een grote brand die Rome teisterde, verwoest. In 125 liet keizer Hadrianus het Pantheon geheel herbouwen, waarbij het zijn huidige ronde vorm kreeg. Op de gevel aan de voorzijde staat een opvallend grote tekst in bronzen letters:
M · AGRIPPA · L · F · COS · TERTIUM · FECIT
Dit betekent: 'Marcus Agrippa, zoon van Lucius, voor de derde maal consul, heeft dit gebouwd'. Het huidige bouwwerk stamt echter zoals gezegd uit de tijd van Hadrianus. Keizer Hadrianus liet niet zijn eigen naam op de gevel vereeuwigen, omdat hij daarmee de senaat voor het hoofd zou stoten. Keizer Domitianus had enkele gerestaureerde gebouwen met z'n eigen naam beschreven, wat hem niet in dank was afgenomen. Het kwam Hadrianus bovendien niet slecht uit dat er op deze plek al eerder gebouwd was door Agrippa. Door de verbinding aan te houden met Agrippa, rechterhand van keizer Augustus, kon Hadrianus zich als legitiem opvolger van Augustus presenteren. Na de val van het West-Romeinse Rijk bleef het Pantheon in bezit van de Byzantijnse keizers, hoewel zij geen werkelijke macht meer hadden in Rome. Keizer Phocas schonk de tempel in 609 aan paus Bonifatius IV. Deze paus maakte van het Pantheon een kerk, de Santa Maria ad Martyres. Om die reden is het Pantheon nooit afgebroken, wat bij de meeste andere niet christelijke tempels in Rome wel gedaan is. Vanaf de Renaissance werd het Pantheon gebruikt als begraafplaats voor vooraanstaande Italianen, van wie Rafaël Santi en Victor Emmanuel II de bekendste zijn.
Het Pantheon is nog in zeer goede staat, maar mist de bronzen dakbekleding van de koepel. In opdracht van paus Urbanus VIII Barberini is de bronzen omlijsting van de cassettes in het gewelf en de bronzen ornamenten van de zuilengang omgesmolten. Dit brons is door Bernini gebruikt om er het baldakijn boven het graf van Petrus in de Sint-Pietersbasiliek van te laten gieten. Dit werd als een grof schandaal beschouwd en leidde tot een beroemd geworden uitspraak: quod non fecerunt barbari, fecerunt Barberini, vrij vertaald: wat de Barbaren niet hebben gesloopt, hebben de Barberini wel afgebroken.
Het ronde gebouw, met een zuilengang bestaande uit drie rijen Korinthische zuilen (8 in de eerste rij, 16 in totaal), bestaat uit een met cassetten versierde koepel. Deze is uitgevoerd in metselwerk en ongewapend beton met een centrale opening (de oculus, diameter 8,7 meter). Deze opening is ook echt open en het regent dus soms naar binnen. De vloer is licht gebogen om het regenwater af te voeren. De diameter van de koepel is gelijk aan de hoogte van de vloer tot aan de oculus: 43,30 meter.
De grote koepel bleef tot 1434 de grootste (betonnen) koepel ter wereld, toen in Florence een grotere koepel werd gezet op de Santa Maria del Fiore, die een diameter van 45 meter heeft. Het blijft echter tot op vandaag nog altijd de grootste koepel van ongewapend beton ter wereld. Om deze enorme koepel te maken hebben de Romeinen enkele trucs toegepast: zo brachten ze bovenaan een oculus aan. Dit is een ronde opening die ervoor zorgt dat de koepel soepel bleef en zo bestand was tegen aardbevingen; de Romeinen beperkten het gewicht van de koepel, door cassettes (uitsparingen) in de koepel aan te brengen, door naar boven toe de koepel dunner te maken en lichter materiaal te gebruiken en daardoor lichter werd. Zo is in de basis van de koepel basalt gebruikt en bovenin rond het oculus cement van gemalen puimsteen, dat zo licht is dat het in water drijft. De schil van de koepel is bovenaan bij de oculus 1,2 meter dik en wordt naar onderen toe steeds dikker en rust tenslotte rondom op 7 meter dikke muren.Piazza della Rotonda
Piazza della Rotonda is een van de meest bezochte pleinen in Rome. Dit plein ligt tegenover het Pantheon. Door de bekendheid van het Pantheon kennen maar weinig mensen de naam van het plein zelf. Het plein is niet vernoemd naar het Pantheon, maar toch staat het bekend als 'het plein van het Pantheon.' In het midden van het plein staat een fontein, de Pantheonfontein. Deze werd in opdracht van paus Gregorius XIII in 1575 ontworpen door Giacomo della Porta en uit marmer vervaardigd door Leonardo Sormani. In 1711 werd de fontein in opdracht van paus Clemens XI door Filippo Barignoni uitgebreid met een stenen bassin en in het centrum de obelisk van Ramses II rustend op een sokkel versierd met vier dolfijnen. In 1886 werden de originele marmeren figuren verwijderd en vervangen door kopieën. Piazza della Rotonda wordt gekarakteriseerd door de façades van omliggende 18e-eeuwse paleizen. Verder zijn er veel restaurants en ijsverkopers rond het plein.San Giovanni de Laterani
Rome kent zeven pelgrimskerken, met als voornaamste natuurlijk de St. Pieter. Ook dit is een pelgrimskerk. In de tijd van de barok hebben ze rechte geplaveide wegen aangelegd tussen zes van deze pelgrimskerken, die er nog steeds zijn, maar nu een drukke verkeersader vormen. Zo kun je rechtstreeks over een kaarsrechte weg lopen naar een andere pelgrimskerk, de Santa Maria Maggiore. De basiliek San Giovanni de Laterani bevindt zich aan de Piazza del Laterano, dicht bij het Lateraanse paleis. Het is de oudste en in kerkelijke rang de voornaamste van de vier pauselijke basilieken in Rome. Keizer Constantijn de Grote stichtte de basiliek ter ere van het Edict van Milaan in 313. Met een lengte van 100 meter en een breedte van 65 meter was deze kerk ook voor Romeinse begrippen een grote basiliek. De inwijding had plaats in 324. In 869 werd dit gebouw door een aardbeving vernietigd. Van de oorspronkelijke basiliek is daardoor weinig overgebleven. Het huidige gebouw dateert van 1650. In dit jaar werd door paus Innocentius X aan de architect Francesco Borromini ter ere van het Heilig Jaar de opdracht gegeven om van de vervallen en talloze malen herbouwde oude middeleeuwse kerk een moderne kerk te maken. Borromini liet de plattegrond en structuur van de oorspronkelijke kerk intact en ontwierp hierop gebaseerd de huidige barokke kerkruimte. Het houten plafond uit de oude basiliek, dat van de paus bewaard moest blijven zorgt hierdoor voor een contrast. In 1733-1736 werd de huidige kenmerkende voorgevel toegevoegd door Alesandro Galilei.
Vroeger zetelde de paus in deze basiliek maar deze functie is in de middeleeuwen overgenomen door de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad. Sinds 1929 is de Sint-Jan met het bijbehorende Lateraanse paleis, de voormalige residentie van de paus, in het bezit van de Heilige Stoel.
Voor Rooms-katholieken heeft de Sint-Jan van Lateranen een bijzondere betekenis. Als bisschopskerk (kathedraal) van het bisdom Rome, waar de huidige paus Franciscus bisschop van is, is zij formeel de hoofdkerk van de wereldkerk (en als zodanig in rang belangrijker dan de Sint-Pietersbasiliek). Deze betekenis staat te lezen op de gevel van de kerk. Daarop staat "Sacrosancta lateranensis ecclesia omnium urbis et orbis ecclesiarum mater et caput" (Allerheiligste kerk van Lateranen, moeder en hoofd van alle kerken van de stad en van de wereld). Het feest van de wijding van de basiliek op 9 november wordt dan ook in de gehele Latijnse kerk gevierd.
De kerk heeft de titel van basilica maior. Daarmee is de Sint-Jan van Lateranen één van de vier pauselijke basilieken van Rome. De andere zijn de Santa Maria Maggiore, de Sint-Paulus buiten de Muren en de Sint-Pieter.
De kerk is als de meeste kerken in Rome gratis toegankelijk. Maar je kunt zogewenst voor enkele dingen betalen. Er is een kloosteromgang met een permanente tentoonstelling van Romeinse vondsten. (5 euro). En er is een bijzondere trap. Ook die kun je bezichtigen, dan betaal je nog eens 3 euro extra. Het gebouw waarin zich de Heilige Trap bevindt, wordt tegenwoordig van het Lateraanse paleis gescheiden door een zeer drukke verkeersader. Het is de Heilige Trap of Scala San(c)ta, die Christus tijdens zijn proces in Jeruzalem zou hebben beklommen. Ze zou zijn meegenomen door St. Helena. De oorspronkelijke trap is met hout bekleed en mag niet met voeten worden betreden. De trap leidt naar het Heilige der Heiligen en wordt als een vorm van boetedoening op de knieën beklommen. Dit laatste hebben we niet gedaan, we hebben alleen de kloosteromgang bezocht.Santa Maria Maggiore
De basiliek van Santa Maria Maggiore ligt op de heuvel Esquilijn. Sinds 1929 is deze kerk met de rang van basilica maior in bezit van de Heilige Stoel. De basiliek is een van de zeven pelgrimskerken van Rome en een van de vier pauselijke basilieken. De kerk werd in 431 door paus Sixtus III gesticht ter herinnering aan het Concilie van Efeze in hetzelfde jaar. De wijding aan Maria betekent het pauselijk goedkeuren van de besluiten van dit concilie, waar men onder andere de positie van Maria als moeder van Christus bepaald had. In 431 was Efeze gekozen voor een concilie over de twistvraag of Maria Theotokos (Moeder van God) was in spirituele dan wel in letterlijke betekenis, iets waarover de Assyrische Kerk van het Oosten dwars lag. Tijdens dit concilie werd de Kerk van Maria gebouwd om de Efeziërs een nieuw eigen cultuscentrum te geven. Tegelijk werd ter bevestiging in Rome door de Paus de Basiliek van Maria de Meerdere (Basilica di Santa Maria Maggiore) gebouwd, zodat beide machtscentra met elkaar waren verbonden. Na het concilie splitste een deel van de, toen in het Perzisch rijk bestaande, Syrische Kerk zich af van het in het Romeinse Rijk zetelend patriarchaat van Antiochië. Zo ontstond de Oost-Syrische of 'Nestoriaanse kerk'.
De cultus van de moedergodin was vanouds zeer diep geworteld in Efeze. Men poogde toen, aanvankelijk zonder succes, deze cultus te substitueren door een dienst voor de Heilige Maagd Maria. Volgens de legende zou Maria zelfs in Efeze zijn begraven. Het 'Huis van de maagd Maria' (Turks: Meryemana) in de buurt van Efeze is een bedevaartsoord geworden, waar zowel islamitische als christelijke gelovigen naartoe worden geleid.
Rond het jaar 350 na Christus bekeerde het merendeel van het Romeinse Rijk zich tot het christendom. Het was ook sinds die tijd dat menig vrome Romein zijn rijkdommen uitgaf ter verering van de Heilige Maagd Maria en de Apostelen. Onder hen waren ook een zekere Johannes van Rome en zijn vrouw. In de begindagen van augustus hadden Johannes en zijn vrouw beiden een ongewone droom. Zij hadden gedroomd dat Maria hen opdracht gaf om een kerk te stichten op een van de zeven heuvels van Rome. Maria had hen in die droom verteld dat de exacte plaats duidelijk zou worden door sneeuw. Johannes besloot zijn opmerkelijke droom voor te leggen aan paus Liberius. Deze beweerde exact hetzelfde gedroomd te hebben en daarop gingen Johannes, zijn vrouw en paus Liberius op 5 augustus naar de heuvel Esquilijn, waar zij in hartje zomer sneeuw aantroffen in de vorm van een fundament van een kerk. De bouw van de kerk werd daarop direct gestart. De naam van de kerk was toen nog Basilica Liberiana. In 432 na Christus herbouwde paus Sixtus III de kerk en gaf deze haar huidige naam, Santa Maria Maggiore.
Het huidige kerkgebouw komt dus uit de tijd van paus Sixtus III (432 - 440) en bevat vele oude mozaïeken uit deze periode, deze zijn de oudste in hun soort. De bouwvorm van het schip volgt zo exact de conventies van de keizerlijke basilieken dat de kerk vroeger ook daadwerkelijk als een exemplaar daarvan werd aangezien. De marmeren zuilen die het schip van de kerk ondersteunen zijn ouder dan de huidige kerk en komen waarschijnlijk uit een voorganger van de huidige basiliek of een ander antiek Romeins gebouw. De 14e-eeuwse 75 meter hoge romaanse klokkentoren is de hoogste van Rome. Het enorme gouden cassetteplafond uit de 16e eeuw is naar ontwerp van Giuliano da Sangallo. Men zegt dat dit goud het eerste is dat door Columbus uit Amerika meegenomen is.
Het mozaïek in de apsis is in de late 13e eeuw vervaardigd door de franciscaner monnik Jacopo Torriti. Een icoon, geplaatst in de kapel van Sint-Paulus, zou de pest buiten de stad gehouden hebben. De traditie wil dat het gaat om een door Lucas de Evangelist geschilderde icoon. Dat het waarschijnlijk om een paneel uit de 1e eeuw gaat werd volgens de rooms-katholieke Kerk bevestigd door C14-datering. De kerk heeft ook een schilderij van Girolamo Siciolante da Sermoneta uit 1568: Het martelaarschap van de heilige Catharina. Op 29 april 1964 trouwde de Nederlandse prinses Irene in de basiliek met Karel Hugo van Bourbon-Parma.
De Betlehemcrypte voor het hoofdaltaar dankt zijn naam aan een relikwie, waarvan gezegd wordt dat het de kribbe van Christus' geboorte is. Ignatius van Loyola droeg hier op 25 december 1538 zijn eerste mis als priester op. Later zou hij de Jezuïetenorde oprichten. Vele beroemde katholieken liggen hier begraven, onder wie de heilige Hiëronymus, kardinaal Giacomo Colonna, Pauline Bonaparte, en de kunstenaar Gian Lorenzo Bernini. De kerk bevat ook het Pausgraf van Clemens VIII.Santa Maria della Vittoria
De Basilica di Santa Maria della Vittoria is een kleine basiliek in de wijk Della Vittoria aan de Via del XX Septembre, niet zo ver van Piazza Barberini. De bouw van de kerk startte in 1605 en de kerk werd gewijd aan de heilige Paulus. Na de katholieke overwinning in de Slag op de Witte Berg in 1620 werd de kerk gewijd aan de maagd Maria. Het gebouw is ontworpen door barokarchitect Carlo Maderno. De kerk is vooral beroemd vanwege het beeld dat Gian Lorenzo Bernini voor deze kerk maakte, de zogenaamde Extase van Theresia. Het beeld wordt beschouwd als een van zijn meesterwerken. Je ziet het verhaal van de extase zelf uitgebeeld. In haar droom wordt Theresia bezocht door een engel. Deze doorboort haar lichaam met een pijl en tijdens de pijn ervaart ze de nabijheid van God. Als je niet weet wat het betekent zou je denken dat Theresia ligt klaar te komen... Ze heeft tegelijkertijd een pijnlijke en gelukzalige uitdrukking in haar gezicht. Ze lijkt verder te zweven op een wolk. Om haar heen in twee balkonnetjes kijken met elkaar pratend vanuit elk balkonnetje vier heren naar het schouwspel. Het zijn in totaal 8 kardinalen van de familie Cornari, van wie een de opdrachtgever was aan Bernini. Vanuit een bovenliggend raam valt precies een lichtstraal op het gelukzalige gezicht van Theresia. Zelfs haar jurk lijkt te sidderen. Dat is barok...Santa Maria de Trastevere
In deze kerk, aan de andere kant van de Tiber, waren we op een avond, slenterend na een diner in de buurt. Toen we naar binnen liepen begon er net een dienst. De kerk zat bomvol, het was negen uur in de avond! Daardoor konden we slechts globaal zien wat er aan kunst aanwezig was. Het is een van de oudste Mariakerken van Rome en vormt met het ervoor gelegen plein het centrum van de wijk Trastevere. Volgens de overleveringen van de vierde eeuw ontsprong op de plaats, waar tegenwoordig het altaar van de kerk staat, in het jaar 30 na Christus een olieachtige bron. Iets wat mogelijkerwijze als vulkanische activiteit verklaard kon worden, werd door de joodse inwoners van de wijk als een aankondiging van de Messias gezien. Reeds in de derde eeuw zou er een vroegchristelijke huiskerk gestaan hebben. Op dezelfde plaats liet paus Julius I in het midden van de vierde eeuw een grote basiliek bouwen, die in de twaalfde eeuw door paus Innocentius II door een nieuwbouw met campanile vervangen werd. De mozaïeken in de apsis stammen nog uit de twaalfde eeuw. De mozaïeken op de triomfboog en in het onderste gedeelte van de apsis werden een eeuw later door Pietro Cavallini gemaakt. Deze tonen beelden uit het leven van Maria: Maria geboorte, Maria boodschap, de Geboorte van Jezus, de Aanbidding der Wijzen, de Opdracht van Jezus in de Tempel en de Dood van Maria. Ze werden door kardinaal Pietro Stefaneschi gesticht, die zelf in de kerk een gotisch praalgraf heeft. Deze liet een beschrijving van het eerste heilige jaar 1300 na.
Ondanks barokke verbouwingen en vervangingen heeft de kerk toch haar middeleeuwse karakter behouden. De zuilen komen uit een gebouw uit de oudheid, mogelijk uit de Thermen van Caracalla. In het heilig jaar 1525 diende de kerk als vervanging voor de door de Tiber overstroomde kerk van Sint-Paulus buiten de Muren. Het hoofdportaal diende als Heilige Deur. In het voorportaal van de kerk staan sinds 1308 op een hoge pilaster de resten van een asurn van paus Innocentius II. De mozaïeken uit het voorportaal stammen uit de dertiende en veertiende eeuw en stellen Maria met Jezus en de parabel van de dwaze en verstandige maagden voor (uit Mattheus 25, 1-13).Sant'Ivo alla Sapienza
Deze kerk hebben we alleen aan de buitenkant gezien. Je kunt er ziet zomaar in, het is de universtiteitskerk van Rome. Ook deze kerk bevond zich vlak bij ons B&B. Ze stond op mijn lijstje omdat de buitenkant een mooi voorbeeld zou zijn van de bouwstijl zoals Borromini, architect, deze idealiter hanteerde. Al in de 14e eeuw was er een kapel voor het paleis van de Universiteit van Rome. De universiteit heet La Sapienza, en de kerk was gewijd aan Sint Ivo, patroonheilige van juristen. Het basis ontwerp van Borromini lijkt op de ster van David. Ditzelfde principe paste hij ook graag toe op zijn palazzo's. De ster van David symboliseert de wijsheid. De top van de kerk heeft een vorm die lijkt op die van een kurkentrekker. Dit is feitelijk een Romaans gegeven. Architecten smullen van het bouwconcept. Het is een rationele architectuur. Voor de liefhebbers: In de bouwtekening zie je hoe door de overlap van een cirkel op twee boven elkaar liggende gelijkzijdige driehoeken een basis wordt gecreeerd waardoor een hexagonale reeks van kapellen richting centrum, het altaar bewegen.
De kerk staat aan het einde van een steeg, zodat de gevel te zien is in de hele straat. De gevel van de San Ivo alla Sapienza is hol, hij ziet eruit als een voortzetting van de steeg. Als versierings-elementen zie je op diverse plaatsen bijtjes, het logo van de opdrachtgever uit de familie van de Barberini's.Sant'Andrea della Valle
Sant'Andrea della Valle is een basiliek in de wijk Sant'Eustachio. Donna Costanza Piccolomini d'Aragona, gravin van Amalfi en afstammelinge van de familie van Paus Pius II, liet haar paleis en aangrenzende kerk van San Sebastiano in het centrum van Rome na aan de Theatijnen en gaf opdracht om een nieuwe kerk te bouwen. Gezien het feit dat de patroonheilige van de Amalfi's Andreas was, werd de kerk te zijner ere gebouwd. De bouw startte rond 1590. In 1608 kwam er een enorme gift van meer dan 150.000 gouden scudi. Onder leiding van Carlo Maderno kon de basiliek nu dus nog grootser worden afgewerkt. Het interieur werd uiteindelijk voltooid in 1650, onder andere door Francesco Grimaldi. De fresco’s binnenin waren één van de grootste opdrachten toen en werden gemaakt door Giovanni Lanfranco en Domenichino.
De Lancellotti-kapel, de eerste langs de rechterkant, werd ontworpen door Carlo Fontana in 1670, De Strozzi-kapel bezit een Pieta, Leah en Rachel (1616), kopieën in brons gemaakt door Gregorio De Rossi naar de oorspronkelijke modellen van Michelangelo. In het rechtse dwarsschip bevindt zich de kapel van Sant’Andrea Avellino met Dood van een Heilige (1625), ontworpen door Giovanni Lanfranco, die ook het indrukwekkende fresco ‘’Glorie in het Paradijs’’ in de koepel heeft gemaakt. Eveneens daar te zien zijn de afbeeldingen van de evangelisten, ontworpen door Domenichino. De decoratie van het hoogkoor is van de hand van Alessandro Algardi. Aan de muren zijn verder nog fresco’s van Domenichino te zien en in de apsis de Kruisiging, Martelaarschap en Begraving van Andreas, door Mattia Preti. In de linkse dwarsbeuk bevindt zich de kapel van de heilige Cajetanus van Thiene, waar standbeelden van Giulio Tadolini te zien zijn (onder meer Overvloed en Wijsheid). Links is ook de tombe van Pius II (1475) te bewonderen. Verder is er ook nog de tombe van Giovanni Della Casa. De barokke voorgevel werd toegevoegd tussen 1655 en 1663 door Carlo Rainaldi, in opdracht van kardinaal Francesco Peretti di Montalto. In de kerken zijn ook de cenotafen te zien van pausen Pius II en Pius III. Zij zouden ergens in de kerk begraven liggen. Verder is er ook nog een beeld van Johannes de Doper, gemaakt door Pietro Bernini. Het eerste bedrijf van de opera Tosca gecomponeerd door Puccini speelt zich af in de Sant'Andrea della Valle. De Sant'Andrea della Valle heeft model gestaan voor verschillende andere kerken, waaronder de Theatinerkirche in München.
Voor de kerk staat een fontein van de hand van Carlo Maderno.De reis, de pleinen, fonteinen, straten en palazzi
Naar top document
Foto's van de reis, van pleinen, straten, paleizen
Pleinen en fonteinen
Rome is een stad van pleinen en fonteinen. Grote, kleine, soms op kleine stukken grond, soms wel drie op een groot plein zoals op het Piazza Navano. De enige fontein waar je deze herfstvakantie niet naar toe moest was de Trevi fontein, Hij was nl. helemaal niet te zien, helemaal ingepakt voor restauratie en de omgeving er omheen was afgezet. Toch was het er erg druk, omdat de toeristische route overal verwees naar deze fontein. En al deze fonteinen staan op pleinen en veel van die fonteinen en pleinen hebben trappen en daarop zitten toeristen. En op toeristen komen allerlei verkopers af, en bedelaars, en straatmuzikanten. Als je je er aan overgeeft en gemoedelijk alles gaat zitten bekijken zijn die pleinen uiterst vermakelijk. En ze zijn bijna allemaal erg mooi, romantisch en sfeervol! Topper was zonder meer Piazza Navona met o.a. de vierstromenfontein van Bernini. Maar ook de rotonda bij het pantheon was leuk. Op de heel grote pleinen met veel verkeer was alles vaak wat minder. Een mooi groot plein was het Piazza Popolo. Enkele pleinen en fonteinen krijgen nog een kleine toelichtingPiazza Navona
De Piazza Navona ligt in een van de oudste buurten van Rome, de Campus Martius. Keizer Domitianus (81 - 96) liet op deze plaats een groot stadion bouwen voor atletiekwedstrijden. Na de val van het Romeinse Rijk bouwden de Romeinse burgers huizen op de voormalige tribunes. De atletiekbaan zelf bleef onbebouwd en evolueerde in de loop der eeuwen tot een groot plein. In de 17e eeuw gaf paus Innocentius X de huidige vorm aan het Piazza Navona. Hij liet de kerk Sant'Agnese in Agone, een paleis en een grote fontein bouwen. Aan het plein staat dus de kerk Sant'Agnese in Agone die gebouwd werd door Francesco Borromini tot aan de kroonlijst, het klassieke fronton is van de hand van Bernini, de koepel en de hoogste delen van de torentjes zijn van Rainaldi. Bernini won een wedstrijd m.b.t. de inrichting met een fontein. Hij ontwierp de vierstromenfontein met obelisk: beelden van Nijl, rio de la plata, ganges en Donau. De obelisk is opgericht boven een soort leegte, een architectonisch en vooral ook technisch meesterstuk.
De tweede fontein is de Fontana del Moro (de Moor) van Giacomo della Porta. De derde fontein is de Fontana del Nettuno (Neptunusfontein) die eveneens is ontworpen door Giacomo della Porta. De Neptunusfontein werd later toegevoegd omdat het plein niet symmetrisch was.Piazza del popolo
De naam betekent in het Italiaans letterlijk "Plein van het volk", maar historisch gezien komt de naam van de populieren waar de kerk Santa Maria del Popolo aan het plein haar naam aan dankt. Het plein is tussen 1811 en 1822 ontworpen door de architect Giuseppe Valadier in neoklassieke stijl. In het ontwerp van het plein zijn de stijl en indeling te herkennen van het ontwerp van Gian Lorenzo Bernini voor het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad. Aan de zuidzijde van het plein staan twee vrijwel identieke kerken, gescheiden door de Via del Corso, de Santa Maria dei Miracoli en de Santa Maria di Montesanto. Aan de noordzijde staat de oude kerk Santa Maria del Popolo. Naast deze kerk staat de Porta del Popolo, de noordelijke stadspoort van de Aureliaanse Muur. De poort is gebouwd in 1561, waarschijnlijk naar een ontwerp van Michelangelo. De binnenzijde is opnieuw ontworpen door Bernini in 1655. Het plein ligt aan de voet van de Pincio heuvel, waar zich de bekende Pinciotuinen en de Piazza Napoleone bevinden. Vanaf de hoog gelegen Piazza Napoleone is er een prachtig uitzicht op de Piazza del Popolo en de skyline van Rome.
De Egyptische obelisk van Ramses II in het midden van het plein, stond oorspronkelijk in het Circus Maximus. Na de val van het Romeinse Rijk werd het Circus niet meer gebruikt en verviel dit tot een ruïne. De obelisk raakte langzaamaan begraven door het stijgende grondniveau. Aan het eind van de 16e eeuw werd de obelisk weer terug gevonden. In opdracht van paus Sixtus V werd de obelisk gerestaureerd en door Domenico Fontana naar de Piazza del Popolo verplaatst. Het is een heel groot plein met altijd veel levendigheid. We waren er twee keer, de eerste keer hadden we het plein als doel, de tweede keer kwamen we er toen we terugkeerden vanaf villa Borghese.Piazza Cavour
Dit plein in Trastevere, vlak bij de Engelenbrcht, dankt zijn naam aan Graaf Camillo Benso di Cavour (Turijn, 10 augustus 1810 – 6 juni 1861). Hij was een Italiaans staatsman die mee zorgde voor de eenwording van Italië, (de 'Risorgimento'). Hij was de bedenker van de grondwet en de eerste premier van het nieuwe koninkrijk Italië. In 1850 werd hij minister in Piëmont, een onderdeel van het Koninkrijk Sardinië. Hij werd de belangrijkste adviseur van koning Victor Emanuel II. In november 1852 werd hij premier en begon hij te werken aan de eenwording van Italië onder Piëmontees leiderschap. Vóór de oorlog van 1859 was hij echter niet gewonnen voor een eenheidsstaat Italië. Hij had een zeer radicale liberale zienswijze en zorgde voor een moderner Italië in politiek en technologisch opzicht. Het plein kijkt uit op o.a. een Lutherse kerk, maar vooral ook op een enorm gebouw van de rechtbank. Loop je rechts de rechtbank voorbij dan kom je bij de EngelenburchtCampo de' Fiori
Deze piazza dankt zijn benaming niet aan de wekelijkse bloemenmarkt die er sinds de negentiende eeuw plaatsvindt, maar aan de oorspronkelijk weide in de Romeinse wijk Parione. Op het plein staat een standbeeld van Giordano Bruno, die hier in 1600 werd terechtgesteld. Dit beeld is er neergezet in de 19e eeuw, omdat Giordano Bruno symbool staat voor de misvattingen van de kerk m.b.t. afwijkende zienswijzes. Door zijn stellingname tegen verschillende theologische doctrines en dogma's werd hij in 1576 voor het eerst verdacht van ketterij door de inquisitie. Bruno, dominicaan, verliet nu ook die orde. Maar ook calvinisten en later ook de luthersen beschuldigden hem van ketterij. Diep teleurgesteld door de onverdraagzaamheid vertrok hij in 1579 via Lyon naar Toulouse waar hij docent werd. In 1581 ging hij naar Parijs. In de zeven jaar na 1579 publiceerde hij twintig boeken, onder andere over geheugentraining en de theorieën van Copernicus. In De l'Infinito, Universo e Mondi bracht hij de idee naar voren dat sterren eigenlijk niets anders dan zonnen zijn, waaromheen planeten cirkelen. In een oneindig heelal zouden er oneindig vele werelden en oneindig vele intelligente wezens leven. Hij zwierf enige tijd door Frankrijk en ging in 1583 op aanbeveling van de Franse ambassadeur naar Oxford (Engeland). Hij ging in discussie met hoogleraren, maar die discussies verliepen niet altijd goed. Toen de strikte paus Sixtus V in 1590 stierf, meende Bruno dat de kust voor hem in Italië veilig was en waagde hij een terugkeer. Hij doceerde hierop enige tijd astronomie aan de Universiteit van Padua, maar de leerstoel werd uiteindelijk aan Galileo Galilei gegeven. Hij reisde door naar Venetië, waar hij in 1592 werd gearresteerd en uitgeleverd aan Rome, waar in 1593 zijn ruim zes jaren durende rechtszaak begon. Omdat hij zijn voornaamste stellingen niet wilde herroepen - andere wel - werd hij op 8 februari 1600 wegens ketterij veroordeeld tot de dood op de brandstapel. In 1889 werd op de plaats waar hij verbrand werd, op het Campo de' Fiori, een standbeeld opgericht dat kijkt in de richting van het Vaticaan. Paus Leo XIII veroordeelde dit eerbetoon. Giordano Bruno werd door het vaticaan nooit gerehabiliteerd, aangezien de door hem gepropageerde denkbeelden onverenigbaar zijn met die van de Rooms-katholieke Kerk.Spaanse trappen en Villa de Medici
Bij het Piazza di Spagna kun je de zogenaamde Spaanse trappen beklimmen. De term Spaanse Trappen wordt vaak gebruikt als populaire naam voor dit plein. Hier staat ook de Fontana della Barcaccia van Bernini. De trappen behoren bij de kerk Trinitá dei Monti die in opdracht van Lodewijk XII is gebouwd. Al in de 17de eeuw wilden de Fransen deze kerk verbinden met het plein beneden waar de Spaanse ambassade was gevestigd (vandaar ook de naam Piazza di Spagna). Dit plan werd echter tegengehouden, omdat het ontwerp een prominente plaats voor een standbeeld van Lodewijk XIV behelsde. In 1723 benoemde Paus Innocentius XIII de Italiaanse architect Francisco de Sanctis die een ontwerp presenteerde dat voor zowel de Fransen als de Paus acceptabel was. Het beeld voor Lodewijk XIV kwam daar niet op voor. Boven bevindt zich o.a. de Villa Medici uit de 16e eeuw, Frans bezit en in gebruik als verblijfplaats voor de laureaten van de Prix de Rome. Ook Debussy heeft hier bijna 2 jaar gewoond. Even verder kom je dan uit in het park Villa Borghese met daarin ook het museum Galleria Borghese. (Dit museum hebben we niet kunnen bezoeken omdat we verzuimd hebben minstens twee weken van te voren te reserveren). Rechts van de trappen, van onderen gezien, is het sterfhuis van de Engelse romantische dichter John Keats, die daar in 1821 overleed. Daarin is nu een museum gevestigd. Ook kun je in het park het Goethe-huis vinden, het tijdelijke woonhuis van deze Duitse dichter toen hij in Rome vertoefde, nu ook museum. De trappen zijn gebouwd tussen 1723 en 1725, met geld van de Frans ambassadeur Étienne Gueffier. De stijl van de Trappen wordt als één van de mooiste voorbeelden van de vroege Rococo in Rome gezien.Villa's, galerieen, musea
We betaalden om binnen te komen voor de 'Musei Vaticani', de kloosteromgang van st. Jan van Lateranen met zijn Romeinse plastiek, voor de 'Villa Farnesina' met kunst van o.a. Rafael en voor de 'Galleria Doria Pamphilj' met vooral veel barokschilderingen van o.a. Caravaggio en Velasquez. Al deze kunst bevindt zich in authentieke sfeervolle gebouwen, met soms een mooie tuin. Het alleen maar 'zijn' op deze plaatsen was al aangenaam, met uitzondering van het "zijn" in de 'Musei Vaticani' vanwege de uitzonderlijke drukte aldaar. Maar verder zijn deze musea aanraders dus! Een apart verhaal nog over de Engelenburcht, waar we overigens ook niet in zijn geweest.Villa Farnesina
De villa ligt in de wijk Trastevere aan de Via della Lungara en is omringd door bouwwerken als de Porta Settimiana, een poort voor paus Alexander VI, het Palazzo Corsini en het Casa della Fornarina, het huis van de maîtresse van Rafaël) en aan de oostzijde door de rivier de Tiber. Rondom het huis liggen de geheel symmetrische Farnesetuinen met twee grote fonteinen in het midden.De villa is gebouwd tussen 1506 en 1510. De architect was de Sienees Baldassare Tommaso Peruzzi. Hij werkte in opdracht van Agostino Chigi, een rijke Sienese bankier en handelaar. Aan het interieur hebben verschillende personen gewerkt, onder wie de schilder Rafaël, Peruzzi zelf en Giovanni Antonio Bazzi. Rafaël schilderde zijn fresco van de nimf Galatea rond 1513. Na de dood van Chigi lag het huis er enige tijd verlaten bij. Het kon dan ook tijdens de Sacco di Roma, de plundering van Rome in 1527, makkelijk leeggeroofd worden. In 1577 kocht kardinaal Alessandro Farnese het huis om met zijn gezin in te wonen. Sindsdien heet het landhuis 'Villa Farnesina'. Later behoorde het toe aan de Bourbons, de heersers van Napels. In 1861 werd de Spaanse ambassadeur in Rome de eigenaar. Nu beheert de Italiaanse staat het huis en biedt het onderdak aan de Accademia dei Lincei, een academie voor de wetenschappen, en het 'Gabinetto dei Disegni e delle Stampe', museum voor tekeningen en schilderijen. De villa is geopend voor bezoekers.
- Sala Galatea
Dit is een zaal op de begane grond, die eerst een open loggia was. De ruimte is vooral bekend vanwege Rafaëls fresco van de nimf Galatea uit circa 1513. Het fresco toont de nimf die in een schelp over de oceaan reist. De schelp wordt getrokken door twee dolfijnen die omringd worden door cupido’s. Op het rijk bewerkte plafond is de stand van de sterren en planeten geschilderd op het moment van de geboorte van Chigi.- Loggia van Eros en Psyche
Dit is een ruimte die Rafaël het aanzien gaf van een pergola in de zomer met fruit en bloemen. Op het plafond zijn twee grote fresco’s afgebeeld: ‘Het huwelijk van Eros en Psyche’ en ‘De vergadering der goden’. In één van de hoeken is ‘De drie Gratiën’ te zien, een fresco van drie vrouwen. Degene die met haar rug naar de toeschouwers staat, is mogelijk Chigi’s maîtresse. Op de lunetten (halvemaanvormige bogen) zijn de verschillende stadia van Psyches moeilijke relatie met de jaloerse moeder van Eros, Afrodite.- Sala della Prospettive
Deze ruimte is de woonkamer en is gelegen op de eerste verdieping. Peruzzi speelde hier met de relatie tussen binnen en buiten en maakte gebruik van de trompe l’oeil-stijl. Op de fresco’s zijn enkele bouwwerken uit Rome te zien, zoals de ‘Porta Settimiana’, een aquaduct en de campanile van de Santa Maria in Trastevere. Naast het stedelijk aspect zit er ook een landelijk aspect in de fresco’s. Duitse soldaten die hier tijdens de Sacco di Roma (1528) ingekwartierd lagen, hebben hun namen in de muur gekrast. Boven is langs alle muren een fries geschilderd met veel afbeeldingen uit de Metamorphosen van Ovidius. Op de luiken van de ramen zijn grotesken aangebracht: schilderingen van in elkaar gestrengelde mensen en plantenvormen.- De slaapkamer
Deze kamer ligt naast de woonkamer en is gedecoreerd door Giovanni Antonio Bazzi. Er zijn enkele scènes uit het leven van Alexander de Grote geschilderd. ‘Het huwelijk van Roxane en Alexander’ wordt geschouwd als Bazzi’s meesterwerk. Daarnaast heeft hij ‘Alexanders ontmoeting met de familie van de koning Darius’ uitgebeeld. Het derde werk in deze kamer, ‘Het temmen van het paard Bucephalus’, is later door iemand anders geschilderd.Galleria Doria Pamphilj
In de Galleria Doria Pamphilj is een grote kunstcollectie ondergebracht. De grote collectie schilderijen, meubelen en beeldhouwwerken is samengesteld sinds de 16e eeuw door de Doria , Pamphilj , Landi en Aldobrandini families. De collectie omvat schilderijen en meubels uit Palazzo Pamphili. Het Palazzo is gegroeid door de eeuwen heen en is waarschijnlijk de grootste verzameling kunst in Rome die nog steeds in particulier bezit is. De belangrijkste collectie wordt getoond in ruimtes , waaronder de kapel , compleet met het gemummificeerde lijk van de familie heilige . Echter, het grootste deel wordt tentoongesteld in vier vergulde en beschilderde galerijen rond een binnenplaats. Een uitgebreide suite van verdere kamers zijn nu omgebouwd tot permanente goed verlichte galerijen, met daarin de meer middeleeuwse en Byzantijnse kunst in de collectie.
Velazquez 's portret van Innocentius X , die tot paus als kardinaal Giovan Battista Pamphili steeg in 1644, wordt beschouwd als het meesterwerk van de collectie. Velazquez heeft niet geprobeerd het gezicht van de paus te idealiseren. Innocentius X werd door zijn tijdgenoten beschouwd als een despotisch en wraakzuchtig persoon. Sinds 1927 is dit portret in een kleine kamer tentoongesteld, samen met een gebeeldhouwde buste van dezelfde paus door Bernini.
Naast veel landsschapsschilderingen van Italiaanse kunstenaars zijn er ook Vlaamse kunstwerken te zien van bijv. Breughel. Ook zijn er drie Caravaggio's aanwezig, waaronder een vroeg werk: de vlucht uit Egypte. Voor Maria staat een bekende Romeinse prostituee model... De meest beroemde en beste werken zijn goed te zien, maar de ruimtes zijn 19e eeuws ingericht: schilderijen boven elkaar tot aan het meest hoge plafond....De Engelenburcht
De burcht is gebouwd als mausoleum van keizer Hadrianus, tussen 135 en 139 na Christus. Het gebouw ontleent zijn naam aan een legende. Op kerstdag 590 hield Paus Gregorius I een grote plechtige kerkelijke optocht om God te smeken een einde te maken aan de pestepidemie. Bovenop het mausoleum verscheen de aartsengel Michaël. De engel stak zijn zwaard in de schede, wat betekende dat Gregorius' bede was verhoord en de strijd tegen de pestepidemie voorbij was. Paus Pius II liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn verschenen een kapel bouwen. Het mausoleum was in de late oudheid al getransformeerd in een burcht. Vanaf 280 werd het grootste deel van de stad al ommuurd, maar het Vaticaan viel daar buiten. Door de opkomst van Christendom trokken steeds meer pelgrims naar de oude Sint-Pietersbasiliek, die met zijn kunstschatten vrijwel onverdedigd buiten de stad lag. Het mausoleum lag op een zeer strategische positie tussen het Vaticaan en de brug over de Tiber en werd daarom in de verdedigingswerken van de stad opgenomen. De beelden die op de rand van het mausoleum stonden, zijn eens gebruikt om de Goten weg te jagen. De pausen en de adel streden, nadat de Goten weg waren, om de burcht. Zij lieten de Engelenburcht verbouwen tot een sterke vesting die de Kerkelijke staat moest beschermen tegen invallers, maar ook tegen de middeleeuwse Romeinse adel en burgerij. Voor de veiligheid liet paus Nicolaas III in 1277 de Passetto (doorgang) bouwen, ook wel de Corridoio (Corridor) genoemd. Dit was een muur tussen het Apostolisch paleis en de veilige burcht die uitkwam op de Aureliaanse Muur. Nu kon de paus, wanneer er gevaar dreigde, zich verschansen achter de dikke muren van de Engelenburcht.Dat is bijv. gebeurd tijdens de Sacco di Roma in 1527, toen troepen van Karel V de stad plunderden omdat ze al lang geen soldij meer hadden gehad.![]()
Later werd de burcht ook als pauselijke schatkamer gebruikt. Tot en met de 16e eeuw werden de verdedigingswerken verbeterd en de zalen steeds mooier versierd. Zo liet paus Paulus III de burcht comfortabeler inrichten voor het geval een van de pausen voor langere tijd in de burcht zou moeten verblijven. Nog in 1814 werd de burcht belegerd. Het was op dat moment bezet door een garnizoen dat trouw was gebleven aan Napoleon, en werd omsingeld door een korps uit Napels, het koninkrijk van Napoleons zwager, de vorst Murat. Pas na september 1870, toen het Vaticaan de Engelenburcht overdroeg aan het Italiaanse leger, kreeg het voormalig mausoleum de functie die het nog heeft. In de burcht werd een museum gemaakt dat in 58 zalen de geschiedenis van de burcht laat zien. De laatste jaren is er veel aan gedaan om de burcht een beter aanzien te geven. Een deel van het vestingwerk is nu hersteld en een park geworden. De Engelenburcht wordt met de andere oever van de Tiber verbonden door de Ponte Sant' Angelo (de Engelenbrug), de oorspronkelijke Pons Aelius (vernoemd naar keizer Hadrianus, wiens volledige naam Publius Aelius Hadrianus was), die gelijktijdig met het mausoleum is gebouwd. Ook de brug kreeg zijn huidige naam in de 15e eeuw. Wanneer men de brug oversteekt ziet men aan weerskanten tien engelen, die er in 1669 bij de restauratie van de brug op zijn gezet. De engelen, gemaakt door leerlingen van Gian Lorenzo Bernini, dragen elk een van de wapenen van Christus, voorwerpen die te maken hebben met de lijdenstijd van Jezus.Palazzi
De hoeveelheid paleizen is te veel om op te noemen. Enkele hebben we van buiten wat beter bekeken, zoals het palaazi Farnese, nu Frans consolaat en het Palazzo della Cancellaria. Dit was eerst de privewoning van een kardinaal rond 1500, nu is het de plaats van de pauselijke rechtbank.