Geschiedenis Barcelona

Terug naar hoofdindex

Zoals bij veel steden kun je al kijkende naar een stadsplattegrond een deel van de geschiedenis van de stad aflezen. Steden waren vroeger meestal ommuurd, daaromheen was er een slotgracht. De eerste nederzettingen werden meestal op een strategisch punt gevestigd, ze waren vaker ook hoger gelegen dan de directe omgeving. Bij Barcelona liep tot eind 19e eeuw de ommuring rond het deel op de kaart welk met groene lijnen is aangegeven. Dat is dus het oudste deel. De Rambla was een rivier die van hoog naar laag stroomde, deze vormde een soort slotgracht rond een ommuring. Nu is hij gedempt en is de Rambla een hippe promenadestraat met prachtige herenhuizen, handelsondernemingen enz. Maar aan de andere kant van de Rambla waren al heel vroeg ook huizen gebouwd. Daar was een vissersdorp en de hoeren voor de zeelieden hadden er hun stek: de wijk Raval. Pas toen de muren gesloopt werden verrezen in rap tempo de overige wijken zoals bijv. Eixample en Gracia, voor een groot deel in de stijl van die tijd: modernisme en art nouveau. De stad is inmiddels tot aan de bergen doorgegroeid en is nu een van de dichtstbevolkte steden van Europa

Catalonië, en dus ook Barcelona, is gekoloniseerd door achtereenvolgens Grieken, Feniciërs en Carthagenen vanaf 600 voor Christus. De Montjuïc was waarschijnlijk het enige deel van Barcelona met in die tijd een nederzetting. Vanaf omstreeks 400 voor Christus werd heel het Iberische schiereiland veroverd door de Romeinen. Rond 100 voor Christus vestigden zij een nederzetting rond het gebied van de huidige kathedraal, welk hoger lag dan de omgeving. Het was een bescheiden nederzetting van 10 tot 12 ha. Deze grootte bleef de stad hebben tot de 11e eeuw. Toen verrezen er allerlei kerken en kloosters buiten de nog Romeinse muren, al gauw werden deze gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe, ruimere ommuring (zie kaartje: de groene lijnen).

De geromaniseerde inwoners van Barcelona kregen in 718 te maken met de Moren die de straat van Gribraltar waren overgestoken. Ze veroverden de stad. In 801 werd de stad door de Franken vanuit Frankrijk ingenomen en ingelijfd bij het Frankische rijk. Vanaf 870 werd Barcelona veroverd door "Guifré de harige", een oorlogsridder die heel het Frankische gebied ten zuiden van de Pyreneeën wist te veroveren. Hij legde daarmee de basis van de eenheid die we nu "Catalonië" noemen. Hij stichtte het huis van Catalonië, een dynastie die tot begin 15e eeuw regeerde en de stad grote welvaart bracht. In de 11e eeuw was Ramon Berenguer graaf van het huis van Catalonië. (Standbeeld te paard in binnenstad). Hij wist het gebied nog uit te breiden en voor het eerst werd de naam Catalonië gebruikt.

Tussen 1227 en 1248 regeerde Jaume I. (Straatnaam, plein en metrostation naar hem genoemd in Barri Gotic.) Hij bracht nieuwe welvaart door protectiemaatregelen af te kondigen. Van de nieuwe rijkdom ging evenwel een groot deel naar de oorlogsplannen van Jaume I. In 1410 stierf het koningshuis uit en opvolgers maakten andere steden belangrijker dan Barcelona. In de 14e eeuw was de welvaart op zijn grootst. Van die tijd resteren nog veel gebouwen in gotische stijl, niet alleen kerken. Veel van de woonhuizen in met name "Barri Gotic" hebben nog talrijke elementen die uit de middeleeuwen dateren.

In 1492 werden niet alleen de laatste moren uit Granada verdreven maar ontdekte Columbus ook Amerika. Er volgde vooral door de handel een nieuwe bloeiperiode, alhoewel Madrid en Castilië hier door protectionistische maatregelen veel meer van profiteerden. In de jaren 1620-1640 was er een grote financiële crisis, waardoor de noordelijke Nederlanden zich definitief los konden maken van Spanje. De Catalanen dreigden het slachtoffer te worden van Franse en "Spaanse" conflicten. Ze weigerden garnizoenen onder te brengen en vormden een boerenleger, het zogenaamde "Christenleger", dat enkele malen Barcelona binnenviel om met de aanhangers van de Spaanse kroon af te rekenen. De elite sloot zich toen aan bij Frankrijk en riep Catalonië uit tot Franse provincie, los van Spanje. (Revolta dels segadors). In 1648, vrede van Münster, kreeg Spanje weer wat lucht. De Fransen vertrokken uit Barcelona en de Spanjaarden belegerden vervolgens de stad van augustus 1650 tot oktober 1652. In deze periode van ook veel interne conflicten waren veel kerken het slachtoffer. Veel kunst is in deze periode verloren gegaan. Vanaf 1652 hoort Barcelona weer bij Spanje.

In de successieoorlog begin 18e eeuw koos Barcelona voor de Habsburgse (Oostenrijkse) kandidaat, terwijl Castilië de Bourbonse kandidaat uit Frankrijk ondersteunde. Deze laatste trok aan het langste eind. De troepen van de Bourbons verschenen voor de muren van de stad. In september 1714 werd de stad ingenomen. De Spanjaarden schaften onmiddellijk alle privileges af. Waar nu het "Parc del Ciutadella" was werd een citadel opgericht om de burgers onder de duim te houden. Maar desondanks kwam er een nieuwe bloeiperiode. Barcelona werd een van de meest geavanceerde industriesteden van Europa in de tweede helft van de 18e eeuw. Deze rijkdom kun je nog aflezen uit de talloze prachtige gebouwen die in die tijd gebouwd zijn. Een groot deel van de huizen in de binnenstad werd versierd met rococo-elementen. Tegelijk trok het succes heel veel boeren uit de omgeving aan op zoek naar werk. Er onstonden getto's en sociaal slechte leef-omstandigheden in de buitenwijken.

Begin 19e eeuw veroverde Napoleon Spanje en onderdrukte elke vorm van nationalisme. Een reliëf naast de kathedraal getuigt nog van een opstand en executie in die tijd. Ook daarna ging het niet goed. Er was veel sociale onrust. In 1854 kwam een deel van de bevolking in opstand. Na enkele tijdelijke toezeggingen werd het beleid echter nog harder: elke vorm van protest werd de kop in gedrukt met geweld. In 1856 werden een aantal rebellen geëxecuteerd.

Niet lang daarna mochten de middeleeuwse stadsmuren worden afgebroken. In de straten werd gasverlichting geïntroduceerd. Er werd veel geld verdiend met vooral speculatie en handel. De nieuwe bourgoisie wilde dat graag uitgeven aan kunst. Het symbool voor zelfvertrouwen is de wereldtentoonstelling van 1888, die plaats vond op het terrein van de inmiddels afgebroken en gehate citadel. het zelfbewustzijn was nu zo groot dat ook de smeulende nationalistische Catalaanse gevoelens weer de kop opstaken. in 1909 was er protest tegen de inscheping van troepen voor een oorlog tegen Marokko. Het nog vreedzame protest over de Rambla werd door de Spaanse troepen met vuur beantwoord. De woedende menigte nam toen de slecht bewaakte arsenalen in. Na vijf dagen herstelden nieuwe Spaanse troepen de orde en een vreedzame boerenleider werd als voorbeeld ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. (Gedenkteken op plein voor Santa Maria del Mar). Maar het catalanisme werd ook hierdoor steeds meer een politieke beweging. Bij verkiezingen in 1912 behaalde deze beweging een verpletterende overwinning, waardoor weer een zekere mate van zelfbestuur mogelijk werd.

De eerste wereldoorlog kwam Spanje ongeschonden door. Maar daarna kwam er al snel een economische crisis. In 1932 werd er een wet aangenomen die Catalonië nog meer autonomie gaf. Het Catalaanse bestuur stond onder leiding van een socialist. Toen in 1933 rechts in Madrid de verkiezingen won pleegde deze Catalaanse president een coup en probeerde Catalonië geheel te verzelfstandigen. Zo kwam Barcelona in de burgeroorog terecht, waarbij het lang het bolwerk was van het linkse volksfront. In maart 1938 voerden Italiaanse vliegtuigen een onophoudelijk bombardement uit op Barcelona. Op 26 januari 1939 trok Franco als triomfator de stad binnen. Hij vernietigde vervolgens alle vormen van zelfbestuur. Boeken in het Catalaans verdwenen op de brandstapel.

In de jaren 50 waren Catalonië en Spaans Baskenland zo ongeveer de enige gebieden van betekenis op het gebied van industrie. Dat trok grote groepen nieuwe migranten aan. Na de dood van Franco in 1975 kon in Barcelona de terugkeer van de autonomie gevierd worden. Hierdoor ontstond een enorme culturele opleving. Barcelona groeide uit tot de kunsthoofdstad van Spanje. (in concurrentie met Madrid.) De kerk verloor haar politieke en morele greep op de wereld. De organisatie van de olympische spelen in 1992 heeft de stad nog weer een grote impuls gegeven. Nu straalt de stad een enorm zelfvertrouwen uit. Nationalistische geluiden die Catalonië willen afsplitsen zijn nog steeds hoorbaar, maar er zijn geen gewelddadige groeperingen die dat ondersteunen, zoals de ETA in Baskenland.