Het bisschoppelijk paleis in 1744

  Zie ook:

In "Geschiedenis van het tegenwoordig bisdom Roermond, deel II", Jos habets, lezen we van pag. 438-441 hoe het bisschoppelijk paleis in 1744 was ingericht. Bisschop Sanguessa was twee jaar eerder overleden en had vele schulden. Dientengevolge moesten diverse zaken verkocht worden. Daarna konden sommige dingen terug gekocht worden. Zijn opvolger, bisschop van Werbrouck, kocht 10 februari 1744 van de uitvoerders van de laatste wilsbeschikking van Sanguessa voor de som van 825 pattacons de volgende voorwerpen:

Op hetzelfde tijdstip bevonden zich in het bisschoppelijke paleis de volgende voorwerpen en meubels, die het eigendom van het bisdom waren:

In de achterste kamer van de secretarie, een ijzeren pers, tot het drukken van het zegel, staande op een tafel met vier laden. Een tafel met twee laden en daarop diverse registers. Een kast tussen de twee vensters met diverse laden voor het opbergen van papieren. Een kastje, waarin de drie flesjes of "bouteiljes" met de H.H. Oliën bewaard werden. Tegen de twee zijmuren stonden de kasten met de stukken van het archief van het bisdom. Tegen de schoorsteen een klein schilderij, voorstellende de kathedrale kerk van Roermond en daarboven een schilderij, voorstellende de H. Antonius van Padua met de H. Hostie in de hand.
In de tweede kamer van de secretarie: een houten schrijftafeltje. Voor de schoorsteen een ovale spiegel en daarboven een schilderij, voorstellende de vlucht naar Egypte. Een landkaart van Spanje. Twee theses, op satijn gedrukt en een gedicht, opgedragen aan bisschop Frans Lodewijk Sanguessa.
In de audiëntiezaal: twee schilderijen, de ene voorstellende Christus aan het kruis en de andere de boodschap des Engels. Twee ijzeren haarden en brandijzers met schop en tang. Een vierkante met zwart doek overtrokken tafel. Een "zedeleer" of leuningstoel met Spaans leder overtrokken en drie houten stoelen. Twee zwarte en een geel beschilderde kast, bevattende registers en papieren der audiëntie.
In het portiershuisje: Een gewone bedstede met gordijnen en een ijzeren haard.
In de grote zaal voor de kapel: negen portretten van de bisschoppen van Roermond, Lindanus, Cuyckius, A Castro, Creusen, d'Allamont, de Gottignies, Cools, d'Ongnies en Sanguessa. Aan beide kanten van de kapeldeur, twee lange tafels met gewast doek overtrokken. Vier banken, een kruisbeeld voor de kapeldeur en een glazen lantaarn. Rondom in de zaal langs de muur, ter hoogte van een el ongeveer, enige aan de wanden vastgehechte schilderijen.
In de antichambre voor de Evangelistenkamer: een marmeren schoorsteen en daarin een ijzeren plaat met het wapen van bisschop d'Ongnies. Boven de schoorsteen, een schilderij voorstellende de visitatie van 0. L. Vrouw. Rondom behangen met een tapijtwerk.
In de Evangelistenkamer : een marmeren schoorsteen, van binnen bekleed met koperen platen en daarin een ijzeren plaat, met het wapen van den bisschop d'Ongnies; daarboven hing een spiegel. Vier marmeren tafels met houten gebeeldhouwde pooten, waarop het wapen van genoemden bisschop. Boven ieder der twee deuren hing een tafereel, waarop vogels geschilderd waren.
In de kleine kamer achter de Evangelistenkamer: een marmeren schoorsteen , bekleed met koperen platen, waartussen een ijzeren plaat, waarop het wapen van de bisschop d'Ongnies was aangebracht. Boven de schoorsteen stond een spiegel van ongeveer 6 voet hoogte ; een spiegel van gelijke grootte prijkte tussen de beide vensters. Boven de deur naar de Evangelistenkamer een schilderij, waarop vruchten geschilderd waren.
In de kleine kamer voor de kamerling : een kleerkast met een deur.
In de gang naar de oude secretarie : De troon met een kast. In de oude secretarie: Drie houten kasten aas elkaar vast, met drie deuren.
In de bovenste salonkamer, die rondom behangen was met goudleer: een kruisbeeld, staande voor een uurwerk. Twee schilderijen, waarvan de een het portret was van de bisschop d'Ongnies en de andere dat van de bisschop Frans Lodewijk Sanguessa, beide met gouden lijsten.
In de antichambre voor de kamer van de bisschop: drie kasten, de een met vijf en de twee andere met drie deuren, inhoudende boeken, waarvan een lijst bestond.
In de kamer van de bisschop: een marmeren schoorsteen van binnen bekleed met koperen platen, waarop een ijzeren plaat was aangebracht met het wapen van bisschop d'Ongnies. Daarboven een spiegel van bijna 6 voet, alsmede een kruisbeeld.
In het kabinetje van de bisschop: een fornuis, van voren bekleed met twee koperen platen en een ijzeren, daar boven een spiegel; sog een schrijftafel.
In de kleine kamer voor dat kabinetje: twee kasten met drie deuren.
In de jachtkamer : een marmeren schoorsteen, bekleed van binnen met koperen platen en daarvoor een ijzeren plaat; daarboven een spiegel van bijna 4 voet. Boven ieder der 4 deuren een schilderij, waarop wild was voorgesteld. Het kabinetje achter de jachtkamer was rondom met gevlamd tapijt bekleed.
In de koninginnekamer: Een marmeren schoorsteen met een ijzeren plaat daarin en daarboven een spiegel.
In de antichambre van de koninginnekamer : een marmeren schoorsteen met ijzeren plaat.
In de infirmerie: vijf bedsteden met deuren en drie kasten eveneens met deuren. Boven op de bedsteden en kasten stonden verschillende papieren prenten in zwarte ramen.
In de tuin: een zomerhuisje, rondom bekleed met verschillende paneelschilderingen en een schilderij op doek enig wild voorstellende.
Op de zolder: Een uurwerk en verschillende sperren, dienende om lijnwaad op te hangen.
In de kelder: Een steen om vlees in te zouten, twee biervloten, drie bierstellingen en twee buizen om het bier te tonnen.

Dit nieuw bisschoppelijk hof diende tot woning van Roermonds kerkvoogden tot in 1794. In oktober van dat jaar werd het, tot grote spijt van de burgerij, door de Fransen tot militair hospitaal ingericht. Het binnenwerk werd geheel uitgebroken en de onderslagen uitgeworpen, zodat het toen eerder op een grote schuur, dan op een bisschoppelijk paleis leek.

 

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"